Op de volgende slides volgt een aantal opdrachten, die bedoeld zijn om het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord te onderscheiden van de persoonsvorm verleden tijd.
Dus:
Je leert wat het verschil is tussen het vdw als bn en de pv vt.
Slide 13 - Tekstslide
Kies de juiste vorm en leg uit.
1. De begeleide/begeleidde man was blij met Antons hulp.
Slide 14 - Open vraag
Kies de juiste vorm en leg uit.
2. De verwoeste/verwoestte kerktoren wordt weer snel gerepareerd.
Slide 15 - Open vraag
Kies de juiste vorm en leg uit
3. De storm verwoestte/verwoeste onlangs de kerktoren.
Slide 16 - Open vraag
Kies het juiste antwoord
4. Het (typen) adres
A
getypete
B
getypte
Slide 17 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord
5. Het (verlichten) tuinpad
A
verlichten
B
verlichtte
C
verlichte
D
verlichtten
Slide 18 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de werkwoorden in
6. In de door de storm (vellen) boom staan de namen (kerven) van vele verliefden.
Slide 19 - Open vraag
Opdracht voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord
Maak van de werkwoorden die achter de zin tussen haakjes staan een voltooid deelwoord of een onvoltooid deelwoord.
Slide 20 - Tekstslide
Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm. 1. Wanneer het een paar weken droog is, ... het gras op deze zandgronden. (verdorren)
Slide 21 - Open vraag
Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm. 2. Na de vergadering wordt bekend gemaakt wie voor de functie wordt ... . (benoemen)
Slide 22 - Open vraag
Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm. 3. Ik heb een brief ... . (ontvangen)
Slide 23 - Open vraag
Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm. 4. Nauwelijks is de brandweer gewaarschuwd, of de eerste spuit ... zich naar de brand. (spoeden)
Slide 24 - Open vraag
Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm. 5. ... over zijn kin, dacht hij na over de moeilijke vraag. (wrijven)
Slide 25 - Open vraag
Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm. 6. Vroeger ... ik geen aardbeien, maar nu ben ik er dol op. (lusten)
Slide 26 - Open vraag
Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm. 7. Na het kappen van al die bomen … de gemeente de eigenaar tot herbeplanting. (verplichten)
Slide 27 - Open vraag
Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm. 8. Nadat we een paar uurtjes gefietst hadden, … we een poosje uit. (uitrusten)
Slide 28 - Open vraag
Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm. 9. Ratten … men op grote schaal, maar het resultaat is nog niet groot. (vergiftigen)
Slide 29 - Open vraag
Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm. 10. Ik ben vandaag ... naar school gegaan. (rennen)
Slide 30 - Open vraag
Tot slot: Welke werkwoordsvorm vind je nog lastig? (persoonsvorm t.t., persoonsvorm v.t., voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord, voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord)
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.