werkwoordspelling les 7: onvoltooid deelwoord, voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

WERKWOORDSPELLING
LES 7: onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Nederlands
 VWO 1 P1 2022-2023
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WERKWOORDSPELLING
LES 7: onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Nederlands
 VWO 1 P1 2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Vorige lessen heb je geleerd...

... hoe je het voltooid deelwoord vervoegt.

... hoe je de persoonsvorm in een zin kunt vinden.
.... hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd en de tegenwoordige tijd vervoegt (= in de juiste vorm in een zin zet).
... hoe je het onderwerp in een zin kunt vinden.




Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les weet je...


... hoe je het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord op de juiste manier vervoegt.

... hoe je stap voor stap de werkwoordsvorm benoemt, waarin een werkwoord in de zin staat.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De hele buurt rook naar de verbrande/verbrandde autobanden.
A
verbrande
B
verbrandde

Slide 7 - Quizvraag

Gisteravond verwachte/verwachtte ik een mailtje van mijn nichtje uit Aruba.
A
verwachte
B
verwachtte

Slide 8 - Quizvraag

Het op de flyer vermelde/vermeldde mailadres was helaas niet correct.
A
vermelde
B
vermeldde

Slide 9 - Quizvraag

Stappenplan werkwoordsvorm benoemen

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Log nu zelf in bij LessonUp.

Ga naar: Werkwoordspelling

Maak deze les.

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen met het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Maak onderstaande opdrachten.
Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen

Op de volgende slides volgt een aantal opdrachten, die bedoeld zijn om het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord te onderscheiden van de persoonsvorm verleden tijd.

Dus: 
Je leert wat het verschil is tussen het vdw als bn en de pv vt.

Slide 13 - Tekstslide

Kies de juiste vorm en leg uit.

1. De begeleide/begeleidde man was blij met Antons hulp.

Slide 14 - Open vraag

Kies de juiste vorm en leg uit.

2. De verwoeste/verwoestte kerktoren wordt weer snel gerepareerd.

Slide 15 - Open vraag

Kies de juiste vorm en leg uit

3. De storm verwoestte/verwoeste onlangs de kerktoren.

Slide 16 - Open vraag

Kies het juiste antwoord

4. Het (typen) adres
A
getypete
B
getypte

Slide 17 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord

5. Het (verlichten) tuinpad
A
verlichten
B
verlichtte
C
verlichte
D
verlichtten

Slide 18 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in

6. In de door de storm (vellen) boom staan de namen (kerven) van vele verliefden.

Slide 19 - Open vraag

Opdracht voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord


Maak van de werkwoorden die achter de zin tussen haakjes staan een voltooid deelwoord of een onvoltooid deelwoord.


Slide 20 - Tekstslide

Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm.
1. Wanneer het een paar weken droog is, ... het gras op deze zandgronden. (verdorren)

Slide 21 - Open vraag

Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm.
2. Na de vergadering wordt bekend gemaakt wie voor de functie wordt ... . (benoemen)

Slide 22 - Open vraag

Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm.
3. Ik heb een brief ... . (ontvangen)

Slide 23 - Open vraag

Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm.
4. Nauwelijks is de brandweer gewaarschuwd, of de eerste spuit ... zich naar de brand. (spoeden)

Slide 24 - Open vraag

Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm.
5. ... over zijn kin, dacht hij na over de moeilijke vraag. (wrijven)

Slide 25 - Open vraag

Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm.
6. Vroeger ... ik geen aardbeien, maar nu ben ik er dol op. (lusten)

Slide 26 - Open vraag

Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm.
7. Na het kappen van al die bomen … de gemeente de eigenaar tot herbeplanting. (verplichten)

Slide 27 - Open vraag

Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm.
8. Nadat we een paar uurtjes gefietst hadden, … we een poosje uit. (uitrusten)

Slide 28 - Open vraag

Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm.
9. Ratten … men op grote schaal, maar het resultaat is nog niet groot. (vergiftigen)

Slide 29 - Open vraag

Noteer de goede vorm van het werkwoord en benoem de vorm.
10. Ik ben vandaag ... naar school gegaan. (rennen)

Slide 30 - Open vraag

Tot slot:
Welke werkwoordsvorm vind je nog lastig?
(persoonsvorm t.t., persoonsvorm v.t., voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord, voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord)

Slide 31 - Open vraag