Van reactieschema's --> reactievergelijkingen

Chemische reacties 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Chemische reacties 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij nog van reacties?

Slide 2 - Woordweb

Wat is een ontledingsreactie?
A
Een reactie met zuurstof
B
Reactie met één beginstof en meerdere reactieproducten
C
Een verbranding
D
Reactie met meerdere beginstoffen en één reactieproduct

Slide 3 - Quizvraag

Wat is nodig voor een verbrandingsreactie?

Slide 4 - Open vraag

Soorten ontledingen zijn
A
elektrolyse, analyse, hydrolyse
B
thermolyse, elektrolyse, fotolyse
C
fotolyse, thermolyse, kinelyse
D
thermolyse, luminyse, elektrolyse

Slide 5 - Quizvraag

soorten  reacties
grofweg bestaan er 3 soorten reacties:
  1. ontledingsreactie:
    één beginstof-> meer eindproducten  
  2. verbrandingsreactie:
     beginstof+zuurstof-> eindproduct(en) 
  3. overige vormingsreacties:
    twee of meer beginstoffen-> reactieproduct(en)

Slide 6 - Tekstslide

Reactieschema of reactievergelijking?

Van een reactie kun je een reactieschema of een reactievergelijking maken. 

Een reactieschema is in woorden. 

Een reactievergelijking is in formule. 

Slide 7 - Tekstslide


Geef het reactieschema voor de ontledingsreactie van aluminiumoxide(l)

Slide 8 - Open vraag

+
+
Reactieschema van de fotosynthese
Glucose
Water
Licht
Koolstofdioxide
zuurstof

Slide 9 - Sleepvraag

Je ziet nu hoe een reactie verloopt, alleen nog niet hoeveel van de stoffen verbruikt wordt. 

Slide 10 - Tekstslide

Wet van behoud van massa

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Reactieschema naar reactievergelijking

Een reactievergelijking:
  • geeft in formules aan welke stoffen met elkaar reageren en welke producten er ontstaan;
  • geeft de verhouding waarin deeltjes reageren/ontstaan.


Slide 13 - Tekstslide

Regels kloppend maken
  • Voor en na de pijl: van elke atoomsoort evenveel atomen 
  • Aan de moleculen zelf mag je niets veranderen (index)
  • Als je op een half getal uitkomt voor de moleculen, doe je alle getallen (coëfficiënten) keer 2 
  • de coëfficiënten moeten de kleinst mogelijke hele getallen zijn. 


Zelf oefenen met de link 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Welke coëfficiënten moet je invullen om de reactie kloppend te maken?

....P(s)+....Cl2....PCl5
A
1 - 2 - 5
B
2 - 5 - 2
C
2 - 2 - 5
D
1 - 5 - 2

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag
Maak opdracht 15.

Kijk op YouTube voor uitleg over het kloppend maken als het thuis niet lukt. 

Slide 17 - Tekstslide