inkomstenbelasting deel 2 2023

inkomstenbelasting deel 2 2023
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RechtenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

inkomstenbelasting deel 2 2023

Slide 1 - Tekstslide

Tineke verdient €100.000 bruto per jaar. Wat betaalt zij?

Schijf I €_____
Schijf II €_____
Korting ____ -
Totaal €_____

Slide 2 - Open vraag

Tim verdient €100.000 bruto per jaar.

Schijf I = 69.399 x 37,07% = €25.726,21
Schijf II= 100.000 - 69.399 = 30.601
30.601 x 49.50% = € 15.147,50
 Tim betaalt € 25.726,21 + € 15.147,50 = 40.873,71 - € 3000 (korting) = €37.873,71


Slide 3 - Tekstslide

Leontine heeft een jaarsalaris van 80.000. Zij heeft een huis waarop een hypotheek gevestigd is van 300.000 tegen een rentepercentage van 4%. De WOZ-waarde is vastgesteld op 280.000. Het eigen woning forfait is 0,45%. Wat is het belastbaar inkomen van Leontine?
Inkomen uit werk:
Inkomen uit woning:
Hypotheekrenteaftrek:
Belastbaar inkomen:

Slide 4 - Open vraag

Leontine heeft een jaarsalaris van 80.000. Zij heeft een huis waarop een hypotheek gevestigd is van 300.000 tegen een rentepercentage van 4%. De WOZ-waarde is vastgesteld op 280.000. Het eigen woning forfait is 0,45%. 
Wat is het belastbaar inkomen van Leontine?
Inkomen uit werk:
Inkomen uit woning:
Hypotheekrenteaftrek:
Belastbaar inkomen:
Inkomen uit werk:                                            80.000
Inkomen uit woning: 280.000 x 0,45%= 1.260     +
Hypotheekrenteaftrek: 300.000 x 4%= 12.000    -
Belastbaar inkomen:=                                    69.260

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel inkomstenbelasting betaalt Leontine nu? Haar belastbaar inkomen is dus 69.680.

Schijf 1:
+ Schijf 2:
-/- Heffingskorting:
= Totaal:

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Marijke heeft 20% van de aandelen van DAF in handen. Ze besluit 10% te verkopen, zijnde 20000 aandelen. Ze kocht de aandelen 15 jaar geleden voor 4 euro per stuk. Inmiddels zijn ze 10 euro per stuk. Hoeveel belasting betaalt Marijke nu?

Slide 9 - Open vraag

antwoord
20.000 aandelen x 4 euro = 80.000 euro aankoopbedrag
20.000 aandelen x 10 euro = 200.000 euro verkoopbedrag
200.000 -/- 80.000 = 120.000 euro aan winst
120.000 x het vaste belastingtarief in box 2 van 26,90% =
32.280 te betalen aan belasting
 

Slide 10 - Tekstslide

Louise heeft 10% van de aandelen van Aldi in handen. Ze besluit 5% te verkopen, zijnde 10.000 aandelen. Ze kocht de aandelen 5 jaar geleden voor 2 euro per stuk. Inmiddels zijn ze 8 euro per stuk. Hoeveel belasting betaalt Marijke nu?

Slide 11 - Open vraag

antwoord
(verkoop -/- aankoop) x  belastingtarief 26,90%

Verkoop = 10.000 x 8 euro = 80.000
Aankoop = 10.000 x 2 euro = 20.000
80.000 -/- 20.000 = 60.000 winst
60.000 x 26,90% = 16.140

Slide 12 - Tekstslide

Mark heeft 6% aandelen ASML. Hij krijgt een winstuitkering van ASML over zijn aandelen van 30.000 euro. Hoeveel belasting betaalt hij?

Slide 13 - Open vraag

antwoord
winstuitkering op zijn aandelen a 30.000 euro x 26,90% =
8.070 euro

Slide 14 - Tekstslide

Box 3: inkomen uit sparen en beleggen
  • Vermogen is het (positieve) saldo van bezittingen en schulden (=heffingsgrondslag)
  • Vermogen op 1 januari van het heffingsjaar is bepalend
  • Niet het vermogen zelf wordt belast, maar de inkomsten hieruit ofwel vermogens-rendements-heffing!
  • Vrijgelaten gedeelte vermogen is € 50.650 per persoon (fiscale partners het dubbele)
  • Vast dus proportioneel tarief van 31% over het rendement en dus niet over het vermogen zelf!

Slide 15 - Tekstslide

zoals het tot voor kort was:

Slide 16 - Tekstslide

Als gevolg van uitspraak Hoge Raad
Inkomen uit vermogen in box 3 rechtvaardiger belasten
  • Vanaf 2026 komt er een nieuw stelsel voor box 3 waarin het werkelijke rendement op vermogen wordt belast. Voor de tussenliggende jaren werkt het kabinet met overbruggingswetgeving. De tijdelijke wetgeving gaat uit van de werkelijke verdeling van spaargeld, beleggingen en schulden. Daarbij gebruikt de Belastingdienst rendementspercentages die dichtbij de echte percentages voor sparen, beleggen of lenen liggen. 
Beter kijken wat iedereen persoonlijk heeft aan spaargeld of beleggingen
  • Het kabinet kijkt tijdens de overbruggingsperiode naar de echte verdeling van spaargeld en beleggingen. Daarbij gebruikt het rendementspercentages die gebaseerd zijn op de actuele percentages voor sparen of beleggen. De actuele spaarrente is bijvoorbeeld veel lager dan het rendement op beleggingen. Deze percentages worden per jaar voor iedereen bepaald.
Tot en met 2020 ging de belasting in box 3 uit van een vaste vermogensmix. Met vaste delen voor sparen en beleggen afhankelijk van de hoogte van het vermogen. Dit was voor iedereen hetzelfde, ook wanneer iemand alleen spaargeld had. Door dit systeem betaalden mensen met spaargeld (met laag rendement) te veel belasting. Beleggers (met hoog rendement) betaalden juist te weinig



Slide 17 - Tekstslide

bereken je het belastingtarief over je vermogen of over het rendement op je vermogen?

Slide 18 - Open vraag

Is het belastingtarief in box 3 nu proportioneel of progressief?
A
proportioneel
B
progressief

Slide 19 - Quizvraag

Waarom gaat de belastingdienst niet meer de ''oude'' rendementstabellen gebruiken voor het vaststellen van het rendement over het vermogen?

Slide 20 - Open vraag