Hoofdgedachte en onderwerp

Bouwsteentoets hoofdstuk 2

onderwerp en hoofdgedachte

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1-4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bouwsteentoets hoofdstuk 2

onderwerp en hoofdgedachte

Slide 1 - Tekstslide

themales
onderwerp
hoofdgedachte
deelonderwerp
deelhoofdgedachte

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van de les weet je hoe je het onderwerp en het deelonderwerp in een tekst kunt vinden en formuleren

Aan het einde van de les weet je hoe je de hoofdgedachte en de deelhoofdgedachte in een tekst kunt vinden het formuleren

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Welke vraag beantwoord je om het onderwerp te vinden?

Slide 5 - Woordweb

onderwerp en deelonderwerp
Om het onderwerp van de tekst te vinden, stel je jezelf de vraag:
WAAR GAAT DE TEKST OVER?
Je geeft antwoord in maximaal 5 woorden.

Het deelonderwerp is het onderwerp van een alinea.
De vraag is dan: WAAR GAAT DE ALINEA OVER?
Ook hier geldt dat het antwoord max 5 woorden mag zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat is het onderwerp van dit fragment?
A
het journaal
B
andersom liner
C
presentatoren journaal

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

(deel) hoofdgedachte
De hoofdgedachte van een tekst is het antwoord op de vraag
WAT IS HET BELANGRIJKSTE DAT DE SCHRIJVER OVER HET ONDERWERP ZEGT?
Je geeft antwoord in 1 zin.
De deelhoofdgedachte van een alinea is het antwoord op de vraag
WAT IS HET BELANGRIJKSTE DAT DE SCHRIJVER OVER HET DEELONDERWERP ZEGT.
Ook dit is altijd 1 zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van dit fragment?
A
Het is verkeerd andersom liners te gebruiken
B
Het journaal wordt steeds onbegrijpelijker
C
Arjen Lubach wil aangeven dat het journaal niet klopt
D
andersom liners komen veel voor in het journaal

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Wat is het onderwerp van dit filmpje?

Slide 13 - Woordweb

Wat is de hoofdgedachte van dit filmpje?

Slide 14 - Woordweb

Wat is het tekstdoel van dit fragment?
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
activeren

Slide 15 - Quizvraag

Stel dat je het tekstdoel moet bepalen voor het boze briefje?
Wat is dan het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
amuseren
D
activeren

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte van een reclame?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat is het onderwerp van deze reclame?

Slide 19 - Woordweb

Wat is de hoofgedachte?
A
cheddar, seriously strong
B
eind goed, al goed
C
een muis doodt je niet met een val
D
kaas, daar word je sterk van...

Slide 20 - Quizvraag


Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 21 - Quizvraag

Onderwerp en hoofdgedachte:
Wat kan géén hoofdgedachte zijn?
A
Jongetje stoot beeld van 4.000 euro om en moet betalen
B
Honden troosten kinderen na aanslag in VS
C
Doden door stortbuien in China
D
Kangoeroe huppelt door weiland op Texel

Slide 22 - Quizvraag


Wat is de hoofdgedachte?
A
Twee scholen in de Randstad verbieden leerlingen examen te doen
B
Een school mag een leerling adviseren af te zien van examen
C
Vijf leerlingen meldden zich de afgelopen maand bij het LAKS
D
Om een hoog slagingspercentage te garanderen, weigeren scholen leerlingen met slechte cijfers examen te laten doen.

Slide 23 - Quizvraag


Hoofdgedachte?
A
Door alle inspanningen van de gemeente wordt Zwolle gezien als een fietsstad.
B
Door het aanleggen van fietsstraten denkt de gemeente Zwolle dat de binnenstad verkeersveiliger wordt.
C
Een fietsstraat is een straat die ingericht is als een soort fietspad waar ook auto’s op mogen rijden.
D
Door de fietsstraten zijn de belangrijke fietsroutes voor fietsers en automobilisten beter herkenbaar.

Slide 24 - Quizvraag