Omgaan met media

NEP nieuws
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

NEP nieuws

Slide 1 - Woordweb

Wat is er ook alweer gebeurd?

Bij het verhaal 'Drone' heb je ontdekt dat de waarheid soms gecompliceerder is dan het lijkt. Goed en kwaad lijken op het eerste gezicht duidelijk, maar als je je verdiept in het probleem, blijkt er ook een andere kant aan het verhaal te zitten.

 De media (kranten, tv, nieuwssites enzovoort) kunnen je op het verkeerde been zetten. In deze les leer je hoe en waarom zij dit doen.

Slide 2 - Tekstslide


Je weet dat Facebookreacties persoonlijk zijn en dat deze niet altijd betrouwbare informatie geven. Maar ook de makers van nieuwsberichten kunnen jouw mening over een onderwerp beïnvloeden.


Een schrijver van een artikel wil jou vooral informeren over een onderwerp. Daarnaast spelen er ook nog andere factoren een rol die voor de schrijver belangrijk kunnen zijn. 

Hierdoor ontstaat de 'kleur' van een tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Na deze les kan ik 
  • Nepnieuws herkennen 
  • Uitleggen wat objectief nieuws is 
  • Uitleggen wat journalisten doen om objectief te blijven
  • Kleur van een tekst herkennen

Slide 4 - Tekstslide

Objectief
Journalisten moeten zo objectief mogelijk zijn. 
Een objectief bericht is een beschrijving van gebeurtenissen aan de hand van feiten die niet gekleurd is door een eigen mening. 
Om zo objectief mogelijk te blijven doen ze het volgende: 
  • scheiden feiten en meningen 
  • passende woorden en beelden kiezen 
  • hoor en wederhoor toepassen 
  • meerdere bronnen gebruiken 

Slide 5 - Tekstslide

Scheiden feiten en meningen
niet 'Het kabinet nam de schandalige beslissing om de avondklok in te voeren' 

wel 'Het kabinet voerde de avondklok in. Ik vind dit schandalig. ' 


Slide 6 - Tekstslide

Woorden en beelden kiezen 
of
'Avondklok- het lijkt wel oorlog '
'Avondklok ingevoerd'

Slide 7 - Tekstslide

Hoor en wederhoor
Journalisten moeten verschillende partijen aan het woord laten. 

Bijvoorbeeld: 
De minister die de avondklok heeft ingevoerd. 
De politie die het moet uitvoeren. 
Mensen die er voor- en tegen zijn. 

Slide 8 - Tekstslide

Bronnen
Een bron is degene die de journalist informatie geeft. 

'één bron is geen bron' 
Een journalist moet altijd meerdere bronnen hebben. 

Slide 9 - Tekstslide

Selectieve perceptie
Iedereen heeft een uniek referentiekader. Dat zijn al je persoonlijke waarden, normen, belangen, meningen en ervaringen. 

Je referentiekader bepaald bewust en onbewust welke keuzes je maakt bij het waarnemen. Dat is selectieve perceptie. Jij kiest wat je wilt zien of horen. 

Een journalist kan dus nooit helemaal objectief zijn. 


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Speel de quizzen samen met een klasgenoot. 
Check je antwoorden!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Toolbox
Kleur van een tekst samen doornemen

Slide 15 - Tekstslide

De opdracht:
- Lees het blad 'Toolbox - Kleur van een tekst' nogmaals  zelfstandig door 
- Je krijgt een werkblad met 6 meerkeuzevragen (vraag 3  
     samen)
- Lees de bijbehorende teksten en maak de opgaven

Je krijgt 20 minuten de tijd
Klassikaal nabespreken

Slide 16 - Tekstslide

Welk begrip heb je onthouden na deze les? Geef ook de betekenis

Slide 17 - Open vraag