T2_Les3_Productassortiment

T2_Les2_Product
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingSecundair onderwijs

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Deze les gaat over de eerste P van de 4P's: Product Het gaat in assortiment - productlijnen - producten

Instructies

Start: 
  • waar zitten we in het marketingproces
  • wat zit er allemaal in de P van product en waar zijn we
Instructie met oefening
  • Assortiment
  • Productlijn: hoe (her)positioneren
  • Product: keuze uit productkenmerken (kwaliteit, functies, design), merken, verpakking, etikettering, ondersteunende diensten

Onderdelen in deze les

T2_Les2_Product

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide



Wat is het assortiment?
A
Factoren die het aankoopgedrag van consumenten beïnvloeden
B
Een mix van doelgroepen
C
Een verzameling van producten of diensten die een onderneming aanbiedt voor de verkoop

Slide 13 - Quizvraag



Het aantal artikelgroepen binnen het assortiment zegt is over de ...
A
breedte van het assortiment
B
lengte van het assortiment
C
diepte van het assortiment
D
consistentie van het assortiment

Slide 14 - Quizvraag



Met de DIEPTE van het assortiment wordt het volgende bedoeld:
A
de samenhang tussen de producten
B
het aantal producten in dezelfde artikelgroep
C
het aantal soorten productgroepen dat een bedrijf aanbiedt
D
het aantal verschillende producten die beschikbaar zijn in de winkel

Slide 15 - Quizvraag



Wat is kenmerkend voor een assortiment van een speciaalzaak? Het assortiment is ...
A
breed en diep
B
breed en ondiep
C
smal en diep
D
smal en ondiep

Slide 16 - Quizvraag



Bij een kampeerwinkel kun je tenten, gaspitjes, slaapzakken slaapmatjes kopen, maar ook trekkers rugzakken, wandelschoenen en trekkerskleren.
Met welk assortimentsbegrip heeft dit te maken?
A
de samenhang tussen de producten
B
het aantal producten in dezelfde artikelgroep
C
het aantal soorten productgroepen dat een bedrijf aanbiedt
D
het aantal verschillende producten die beschikbaar zijn in de winkel

Slide 17 - Quizvraag



Wat is het verschil tussen assortimentsbreedte en assortimentsdiepte?
A
Breedte zegt iets over het aantal artikelsoorten en diepte zegt iets over het aantal artikelgroepen.
B
Breedte zegt iets over het aantal vestigingen en diepte zegt iets over de grootte van de winkel.
C
Breedte zegt iets over het aantal artikelgroepen en diepte zegt iets over het aantal artikels per artikelgroep.
D
Breedte en diepte zijn synoniemen.

Slide 18 - Quizvraag



In een hypermarkt vind je het meeste verschillende producten van alle soorten winkels.
Over welk kenmerk van het assortiment spreken we dan?
A
Breedte
B
Lengte
C
Diepte
D
Consistentie

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide