Werkwoorden pouvoir/vouloir + Libre Service ex 8G en 8H oefenen voor toets

POUVOIR = kunnen, mogen en VOULOIR = willen



Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

POUVOIR = kunnen, mogen en VOULOIR = willen



Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel: de werkwoorden POUVOIR en VOULOIR in de présent vervoegen en vertalen NF en FN
willen en kunnen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Pouvoir (= kunnen, mogen)
Présent (tegenwoordige tijd) 
Je peux
Tu peux
Il/elle/on peut
Nous pouvons
Vous pouvez
Ils/elles peuvent

Slide 5 - Tekstslide

Je peux
Tu peux
Il peut
Elle peut
Nous pouvons
Vous pouvez
Ils/elles peuvent
Jij kan, mag
Zij kan, mag
Wij kunnen, mogen
Zij kunnen, mogen
Hij kan, mag
Ik kan, mag
Jullie kunnen, mogen /
 u kan, mag

Slide 6 - Sleepvraag

Vouloir (= willen)
Présent (tegenwoordige tijd) 
Je veux
Tu veux
Il/elle/on veut
Nous voulons
Vous voulez
Ils/elles veulent

Slide 7 - Tekstslide

Je veux
Tu veux
Il veut
Elle veut
Nous voulons
Vous voulez
Ils/elles veulent
Ik wil
Jij wilt
Hij wil
Zij wil
Wij willen
Jullie willen, u wilt
Zij willen

Slide 8 - Sleepvraag

Ik wil
Jij wilt
Hij wil
Zij wil
Wij willen
Jullie willen
Zij willen

Slide 9 - Sleepvraag

Zet het werkwoord in de juiste vorm.
Elle (pouvoir)
A
peux
B
veux
C
peut
D
veut

Slide 10 - Quizvraag

Zet het werkwoord in de juiste vorm.
Vous (vouloir)
A
pouvons
B
pouvez
C
voulons
D
voulez

Slide 11 - Quizvraag

Zet het werkwoord in de juiste vorm.
Ils (pouvoir)
A
peut
B
peuvent
C
veut
D
veulent

Slide 12 - Quizvraag

Tu ........ un coca cola? (vouloir)
A
voulons
B
veux
C
voulez
D
veut

Slide 13 - Quizvraag