regelmatige werkwoorden -er

WERKWOORDEN OP -ER

Chromebook
Cahier
Stylo


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

WERKWOORDEN OP -ER

Chromebook
Cahier
Stylo


Slide 1 - Tekstslide

Bonjour! 
Vandaag maak je kennis met de regelmatige werkwoorden in het Frans, ze zijn makkelijker dan avoir en être, dat zul je wel zien. 
Pak je aantekenschrift en noteer belangrijke punten! 

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui
  • Les verbes réguliers en - er

Na deze les kunnen jullie op de juiste manier een regelmatig werkwoord dat op -ER eindigt vormen en herkennen in het Frans.
 -> 15 minuten uitleg -> Quiz -> Opdrachten maken


Slide 3 - Tekstslide

Regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER
Bijvoorbeeld:
  • danser
  • travailler
  • donner
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden. 

Slide 4 - Tekstslide

De stam
De stam maak je door -ER van het hele werkwoord  af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:
parler --> parl
danser --> dans

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de stam van het werkwoord 'chercher'?

Slide 6 - Open vraag

De uitgangen; (neem over!)

Slide 7 - Tekstslide

Tu te souviens? 

Slide 8 - Tekstslide

Kies de juiste zin.
ww = PARLER
A
Nous parles français.
B
Nous parlons français.
C
Nous parlent français
D
Nous parlez français.

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste zin.
ww = TÉLÉPHONER
A
Tu téléphone ta mère.
B
Tu téléphones ta mère.
C
Tu téléphonez ta mère.
D
Tu téléphonent ta mère.

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste zin.
ww = AIMER
A
J'aime la musique.
B
Je aime la musique.
C
J'aimes la musique.
D
J'aiment la musique.

Slide 11 - Quizvraag

Kies de juiste zin.
ww = REGARDER
A
Ils regardes le football.
B
Ils regardons le football.
C
Ils regardez le football.
D
Ils regardent le football.

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste zin.
ww = PARLER
A
Vous parle japonais.
B
Vous parles japonais.
C
Vous parlez japonais.
D
Vous parlent japonais.

Slide 13 - Quizvraag

Hoe vervoeg je het werkwoord 'adorer': Roos et Floor (elles) ...... ?

Slide 14 - Open vraag

Hoe vervoeg je het werkwoord 'oublier'=vergeten: nous .....?

Slide 15 - Open vraag

Résumé
Dus....

  1. Wat hebben we geleerd?
  2. Wat kunnen we hiermee?

Slide 16 - Tekstslide

Au travail!

  • Pak je boek op blz 91, maak;
  • Opdracht 8A,B,C,D, E; Let op! bij oefening 8A nummer 3 moet je luisteren, die doen we de volgende les, de rest maak je wel! 
  • Leer apprendre 1 en 2 van unité 3 , neem je aantekeningen over de werkwoorden nog eens door! 

Slide 17 - Tekstslide