1h/v chapitre 1 les 15 1Q

Salut 1Q , aujourd'hui c'est .....
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Salut 1Q , aujourd'hui c'est .....

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Welke vraag hoort hier bij?
Réviser le verbe avoir
Kahoot Avoir
Travail individuel - au camping
Les mots de bloc E

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video



Je m'appelle Tara Veens

Slide 4 - Tekstslide


Comment tu t'appelles? 

Je m'appelle Tara Veens

Slide 5 - Tekstslide



J'habite à Drempt

Slide 6 - Tekstslide


Tu habites où?

J'habite à Drempt

Slide 7 - Tekstslide



J'ai douze ans.

Slide 8 - Tekstslide


Tu as quel âge?

J'ai douze ans.

Slide 9 - Tekstslide



J'ai un frère, Lucas.

Slide 10 - Tekstslide


Tu as un frère ou soeur?
J'ai un frère, Lucas.

Slide 11 - Tekstslide



Il a dix ans.

Slide 12 - Tekstslide


Il a quel âge?

Il a dix ans.
Wat doe je bij ' une soeur ' ?
Dan gebruik je ' elle '
Elle a quel âge? Elle a dix ans

Slide 13 - Tekstslide

Wat weet je nog over de
' persoonlijk voornaamwoorden? '

Slide 14 - Woordweb

Persoonlijk vnw
je               
tu             
il
elle
on 
nous        
vous         
ils
elles    
ik
jij              
hij           
zij
wij    
wij      
jullie /u
zij (m mv)
zij (v mv)   

Slide 15 - Tekstslide

Persoonlijk vnw
?
ik
jij              
hij           
zij
wij    
wij      
jullie /u
zij (m mv)
zij (v mv)   

Slide 16 - Tekstslide

Wat betekenen: je - elle
A
jij-zij
B
ik-zij
C
ik - jij
D
ik-hij

Slide 17 - Quizvraag

Mark habite à Paris.
_____ habite à Paris.

Welk persoonlijk voornaamwoord kan op de lijn?
A
Elle
B
Ils
C
Tu
D
Il

Slide 18 - Quizvraag

Mark et Lisa habitent à Paris.
____ habitent à Paris.

Welk persoonlijk voornaamwoord kan op de lijn?
A
elles
B
nous
C
ils
D
vous

Slide 19 - Quizvraag

Wat weet je nog over
het werkwoord AVOIR ?

Slide 20 - Woordweb

Wat valt je op aan de vertaling van
J'ai 21 ans?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Au camping

Je krijgt per 2-tal een gesprek die je moet voeren in het Frans

Je hebt 5 minuten voorbereidingstijd.

Je voert het gesprek voor de docent uit je hoofd.

Ben je klaar? Zie travail individuel ->
Travail individuel

  1. Faire exercices avoir + lidwoorden
  2. Slim stampen bron E en F
  3. Slim stampen bron C


Tip ; luister bij slim stampen ook naar de uitspraak van de woorden / zinnen.

Slide 23 - Tekstslide

Woordenspel 
Welk team blijft er het langst staan? (2x5 personen)

Pak de stift als je de vertaling weet.

Heb je de vertaling van een woord goed, mag je blijven staan en gaat er iemand van de tegenpartij weg.
Heb je de vertaling van een woord fout, moet je uit de rij gaan staan.
.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide