Thema 9 Bs 3 Eiwitsynthese (reserve)

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

RNA
DNA kan worden gekopieerd tot RNA

RNA kan de celkern wel uit

Wat zijn de verschillen tussen RNA en DNA?

Slide 3 - Tekstslide

stap 1: messenger RNA (m-RNA) maken
messenger RNA  is een "boodschappenlijstje"
Let op!       m-RNA bestaat maar uit 1 streng
m-RNA heeft geen thymine maar uracil (BINAS)

Slide 4 - Tekstslide

Ribosomen
  • De afgelezen kopie heet RNA
  • Het RNA wordt in het ribosoom (eiwitfabriekje in de cel) vertaald naar het juiste eiwit. 

Slide 5 - Tekstslide

codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
RNA-polymerase maakt een RNA-streng: een kopie van het gen voor het hormoon oestrogeen.
Welke aminozuren coderen voor deze codons? 
Waar kan je dat vinden?
vormen samen een polypeptide (oftewel een eiwit, in dit geval het hormoon oestrogeen)

Slide 6 - Tekstslide

Stap 2 mRNA verlaat de celkern

Slide 7 - Tekstslide

Verwerking
Maak opdracht 11
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Stap 3 translatie

Slide 10 - Tekstslide

Letters mRNA: CODON
AUG = startcodon
UGA = stopcodon

Slide 11 - Tekstslide

OEFENING:


Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?

DNA:
ATGACTTGGCCCAGAGGAUAA


Slide 12 - Tekstslide

Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
ATGACTTGGCCCAGAGGAUAA
1) Noteer de code van het mRNA
2) Zoek op in het schema van de genetische code op welke aminozuren worden ingebouwd in het eiwit?

Slide 13 - Tekstslide

Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
TAC.TGA.ACC.GGG.TCT.CCT.
ATT

code van het mRNA:
AUG.ACU.UGG.CCC.AGA.GGA.UAA

Aminozuren:
Met.Thr.Trp.Pro.Arg.Gly.(stop)

Slide 14 - Tekstslide

Verwerking
Maak opdracht 12 - 14

Slide 15 - Tekstslide

Noem drie verschillen tussen
DNA en RNA.

Slide 16 - Open vraag

Langs een van de nucleotideketens van een DNA-molecuul wordt een RNA-molecuul gevormd. Deze keten heeft de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA.
Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat hierlangs wordt gesynthetiseerd?

Slide 17 - Open vraag

In de afbeelding worden gelijktijdig meerdere RNA-moleculen gevormd.
In welke richting wordt het DNA afgelezen: in de richting van A of in de richting van B? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Open vraag

Voor welk aminozuur bevat het codon ACG de code?
A
serine
B
cysteïne
C
tryptofaan
D
threonine

Slide 19 - Quizvraag

Welk van de onderstaande codons is geen stopcodon?
A
UAA
B
UGA
C
UAG
D
UAU

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag
opdrachten 11-16 maken
begrippenlijst 2.3 maken/flitskaarten oefenen




Slide 21 - Tekstslide

Eiwitsynthese
Transcriptie (overschrijven van DNA)
+
Translatie (vertalen van mRNA --> eiwit)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Eiwitsynthese
Transscriptie (in celkern)
Vorming van mRNA

Slide 24 - Tekstslide

Transcriptie (RNA gevormd langs DNA)

Slide 25 - Tekstslide

codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
RNA-polymerase maakt een RNA-streng: een kopie van het gen voor het hormoon oestrogeen.
Welke aminozuren coderen voor deze codons? 
Waar kan je dat vinden?
vormen samen een polypeptide (oftewel een eiwit, in dit geval het hormoon oestrogeen)

Slide 26 - Tekstslide

Eiwitsynthese
Translatie (in ribosoom)
Vorming van eiwitten

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

3 letters mRNA: CODON
AUG = startcodon
UGA = stopcodon

Slide 30 - Tekstslide

Spliceosoom knipt introns uit pre-mRNA

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

OEFENING:


Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?

DNA:
ATGACTTGGCCCAGAGGATAA


Slide 33 - Tekstslide


Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
ATGACTTGGCCCAGAGGAUAA

1) Noteer de code van het mRNA

2) Zoek op in het schema van de genetische code op welke aminozuren worden ingebouwd in het eiwit?

Slide 34 - Tekstslide


Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
TAC.TGA.ACC.GGG.TCT.CCT.ATT

code van het mRNA:
AUG.ACU.UGG.CCC.AGA.GGA.UAA

Aminozuren:
Met.Thr.Trp.Pro.Arg.Gly.(stop)

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Genregulatie, genexpressie, regulatorgenen
Epigenetica

Slide 39 - Tekstslide

Genregulatie in een prokaryoot 
(gen staat uit)
Genregulatie in een prokaryoot 
(gen staat aan)

Slide 40 - Tekstslide

Genexpressie is belangrijk voor specialisatie cellen

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Epigenetica

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video