In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
LEERDOELEN
2.3
* je kent de bouw en functie van RNA
* je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
RNA
DNA kan worden gekopieerd tot RNA
RNA kan de celkern wel uit
Wat zijn de verschillen tussen RNA en DNA?
Slide 4 - Tekstslide
stap 1: messenger RNA (m-RNA) maken
messenger RNA is een "boodschappenlijstje" Let op! m-RNA bestaat maar uit 1 streng m-RNA heeft geen thymine maar uracil (BINAS)
Slide 5 - Tekstslide
Ribosomen
De afgelezen kopie heet RNA
Het RNA wordt in het ribosoom (eiwitfabriekje in de cel) vertaald naar het juiste eiwit.
Slide 6 - Tekstslide
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
RNA-polymerase maakt een RNA-streng: een kopie van het gen voor het hormoon oestrogeen.
Welke aminozuren coderen voor deze codons?
Waar kan je dat vinden?
vormen samen een polypeptide (oftewel een eiwit, in dit geval het hormoon oestrogeen)
Slide 7 - Tekstslide
Stap 2 mRNA verlaat de celkern
Slide 8 - Tekstslide
Verwerking
Maak opdracht 11
timer
5:00
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Stap 3 translatie
Slide 11 - Tekstslide
Letters mRNA: CODON
AUG = startcodon
UGA = stopcodon
Slide 12 - Tekstslide
OEFENING:
Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
ATGACTTGGCCCAGAGGAUAA
Slide 13 - Tekstslide
Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
ATGACTTGGCCCAGAGGAUAA
1) Noteer de code van het mRNA
2) Zoek op in het schema van de genetische code op welke aminozuren worden ingebouwd in het eiwit?
Slide 14 - Tekstslide
Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
TAC.TGA.ACC.GGG.TCT.CCT.
ATT
code van het mRNA:
AUG.ACU.UGG.CCC.AGA.GGA.UAA
Aminozuren:
Met.Thr.Trp.Pro.Arg.Gly.(stop)
Slide 15 - Tekstslide
Verwerking
Maak opdracht 12 - 14
Slide 16 - Tekstslide
Noem drie verschillen tussen DNA en RNA.
Slide 17 - Open vraag
Langs een van de nucleotideketens van een DNA-molecuul wordt een RNA-molecuul gevormd. Deze keten heeft de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA. Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat hierlangs wordt gesynthetiseerd?
Slide 18 - Open vraag
In de afbeelding worden gelijktijdig meerdere RNA-moleculen gevormd. In welke richting wordt het DNA afgelezen: in de richting van A of in de richting van B? Leg je antwoord uit.
Slide 19 - Open vraag
Voor welk aminozuur bevat het codon ACG de code?
A
serine
B
cysteïne
C
tryptofaan
D
threonine
Slide 20 - Quizvraag
Welk van de onderstaande codons is geen stopcodon?