5.3 Horen en Zien

5.3 Horen en Zien
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.3 Horen en Zien

Slide 1 - Tekstslide

Opgave 5 van 5.2 Samenvatting

Slide 2 - Tekstslide

Als je iets goed wilt ruiken adem je kort maar krachtig in. Waarom?

Slide 3 - Open vraag

Waarom kan je beter reageren op je omgeving wanneer je inademt via de neus?

Slide 4 - Open vraag

Bij neusademhaling kan het reukzintuig waarnemen of de ingeademde lucht stinkende, schadelijke gassen bevat. Bij mondademhaling stroomt de ingeademde lucht niet langs het reukzintuig.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom proef je minder goed wanneer je verkouden bent?

Slide 6 - Open vraag

Als je neus verstopt is, kun je niet via je neus ademhalen. Je reukzintuig werkt dan niet doordat er geen lucht langs stroomt. Je kunt dan alleen met je smaakzintuigen proeven en dus alleen de smaken zoet, zout, zuur, bitter en umami waarnemen.

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen Horen en Zien
Je kunt de delen van het oor benoemen met hun functie.
Je kunt de bouw en werking van het oog beschrijven.

Slide 8 - Tekstslide

B3 Horen (en zien)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waar zitten de gehoor zintuigcellen?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Buis van Eustachius
D
Aambeeld

Slide 11 - Quizvraag

Geluid wordt opgevangen door je oorschelp
Lucht in de gehoorgang gaat trillen
Het trommelvlies gaat trillen
gehoorbeentjes gaan trillen
venster in het slakkenhuis gaat trillen
vloeistof in het slakkenhuis gaat trillen
Zintuigcellen worden geprikkeld
ontstaan impulsen
gehoorzenuw geleidt de impulsen naar de hersenen

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Waar zitten de zicht zintuigcellen?
A
Glasachtig lichaam
B
Harde oogvlies
C
Netvlies
D
Aambeeld

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Bijziend: van dichtbij zie je goed.
De ooglens te bol of de oogbol te lang.
Voor ver weg een bril nodig. Een holle lens ( - bril)

Slide 17 - Tekstslide

Verziend: van Ver weg zie je goed.
De ooglens te plat of de oogbol te kort.
Voor dichtbij een bril nodig. Een bolle lens ( + bril)

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
5.3 Horen en zien opgave 1 t/m 6

Slide 19 - Tekstslide