PrOkrant_les 7

         Fase 2                                                        



Taal, Prokrant_7
19 april-23 april 2021

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

         Fase 2                                                        



Taal, Prokrant_7
19 april-23 april 2021

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
  • Ik kan de voor mij moeilijke woorden uit een tekst halen
  • Ik weet hoe ik achter de betekenis van een moeilijk woord kan komen
  • Ik gebruik verschillende manieren om achter de betekenis van een moeilijk woord te komen.


Door het lezen van de PrO-weekkrant vergroot je je kennis over actuele onderwerpen. Het beantwoorden van de vragen en opdrachten zorgt ervoor dat je beter begrijpt wat er in de tekst staat en voor een betere leesvaardigheid. Je leesniveau gaat ook vooruit.

Slide 2 - Tekstslide

‘‘Oranjefeest is niet verantwoord’’
Dit artikel gaat over het Oranjefeest van Radio 538 in Breda. Er is veel kritiek op het feest.

Bekijk de video over het Oranjefeest van komende zaterdag.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Hoeveel mensen worden verwacht?

Slide 5 - Open vraag

Waarom heeft de gemeente ja gezegd tegen het Oranjefeest?

Slide 6 - Open vraag

Wat zegt de politie over het feest?

Slide 7 - Open vraag

Hoe denk jij over de bezwaren tegen het feest?

Slide 8 - Open vraag

Lees het artikel rustig door. Bekijk ook de foto.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat laat de foto zien?

Slide 11 - Open vraag

Denk je dat het weer mogelijk is om met veel mensen te feesten?

Slide 12 - Open vraag

Lees de tekst nog een keer.

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf de moeilijke woorden uit de tekst op.

Slide 14 - Woordweb

Zoek de betekenis van de moeilijke woorden op en type deze hier.

Slide 15 - Open vraag

Welke kopjes heeft het artikel? Type de kopjes hieronder.
De eerste alinea heeft geen kopje.

Slide 16 - Open vraag

Kies minstens vijf steekwoorden per alinea. Steekwoorden zijn de belangrijkste woorden. Met steekwoorden kun je bijvoorbeeld een tekst samenvatten.

 Voorbeeld: alinea 1: grote Oranjefeest in Breda – niet doorgaan – petitie – arts Amphia Ziekenhuis – meer dan 125.000 keer ondertekend.

Slide 17 - Tekstslide

Type hieronder 5 steekwoorden uit alinea 2

Slide 18 - Open vraag

Type hieronder 5 steekwoorden uit alinea 3

Slide 19 - Open vraag

Type hieronder 5 steekwoorden uit alinea 4

Slide 20 - Open vraag

Maak nu een samenvatting. Gebruik je hierbij steekwoorden. Maak
er je eigen verhaal van!

Slide 21 - Open vraag

Het woord ‘Oranjefeest’ kun je verdelen in twee woorden: Oranje en feest. Dit heet een samenstelling.

Welke samenstelling zie je nog meer in het alinea 1?

Slide 22 - Open vraag

Welke 2 samenstellingen met een streepje zie je in alinea 2?

Slide 23 - Open vraag

Lees het artikel op de volgende dia en bekijk de foto. Beantwoord dan de vragen.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Waar gaan de zorgen over?
A
de corona-problemen
B
de lockdown
C
de economie

Slide 26 - Quizvraag

Wat is er te weinig in ziekenhuizen?
A
bedden, eten en vaccins
B
bedden, personeel en medicijnen
C
personeel, medicijnen en eten

Slide 27 - Quizvraag

Hoe reageert de president van Brazilië?
A
de president is naar het buitenland gevlucht
B
de president probeert mensen zoveel mogelijk te helpen
C
de president neemt het virus niet serieus

Slide 28 - Quizvraag

Een zelfstandig naamwoord is een woord waar je de, het of een voor kunt zetten. 

Bijvoorbeeld: het virus.

Slide 29 - Tekstslide

Welk zelfstandig naamwoord hoort voor 'ziekenhuis'?

Slide 30 - Open vraag

Welk zelfstandig naamwoord hoort voor 'medicijn'?
A
de
B
het

Slide 31 - Quizvraag

Welk zelfstandig naamwoord hoort voor 'economie'?

Slide 32 - Open vraag

Lees het artikel 'Amstel Gold Race' goed door.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Wat is de Amstel Gold Race?

Slide 35 - Open vraag

Wie won de Amstel Gold Race?

Slide 36 - Open vraag

Wat is jouw favoriete sport? Waarom?

Slide 37 - Open vraag