Les 3 +4 basisstof 3.2 (deel 2) + basisstof 3.3

H3 Ordening
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H3 Ordening

Slide 1 - Tekstslide

Werken met Lessonup
Ga naar Lessonup.com 
Vul rechtsboven de pin-code in
Vul je eigen naam in
We kunnen beginnen!! 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk controleren 
Basisstof 1 steeds kleine groepen

Maken: blz. 170 opdracht 2 t/m 4 + 6 t/m 9 
Topklas 176

Slide 4 - Tekstslide

Waar ging de vorige les over?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Na deze les kun je: 
Uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomt en verwantschap 

Topklas (UItleggen wat DNA-sequencing is) 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Soorten
Organismen behoren tot hetzelfde soort:
  • als ze zich samen kunnen voortplanten
  • en de nakomelingen vruchtbaar zijn

Slide 9 - Tekstslide

Ras
- Een ras: een groep organisme binnen een soort.

Een soort kan uit verschillende rassen bestaan. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is evolutie?

Slide 11 - Open vraag

EVOLUTIE
Evolutie is het biologische begrip waarmee het proces van verandering in alle vormen van leven van generatie op generatie wordt aangegeven.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Variatie en selectie
Verschillen binnen een soort is variatie. -->

Door selectie blijven sommige organismen leven en andere niet binnen 1 soort.-->
Door variatie en selectie kunnen soorten langzaam veranderen. Evolutie: soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen.

Slide 15 - Tekstslide

Natuurlijke selectie

Slide 16 - Tekstslide

Evolutie
Soorten ontstaan door evolutie
Door variatie en selectie kunnen soorten langzaam veranderen. Evolutie: soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Verwantschap
Hoe meer DNA organismen met elkaar gemeen hebben hoe meer verwantschap er is.

Slide 19 - Tekstslide

Verwantschap

Slide 20 - Tekstslide

DNA-sequencing
DNA bestaat uit de 4 basen: A, T, C en G. 
Sequentie = volgorde
Soorten met veel verwantschap hebben ook veel overeenkomst in hun DNA-sequentie.


(topklas)

Slide 21 - Tekstslide

DNA
DNA

Slide 22 - Tekstslide

DNA sequencen
DNA sequencen is een DNA-analyse techniek. 

met deze techniek kan je de basen volgorde van het DNA bepalen.

Wanneer je de volgorde (sequentie) van een persoon hebt kan je deze vergelijken met de sequentie van een ander persoon. Op deze manier kan je kijken hoe verwant de personen zijn.

Slide 23 - Tekstslide

Kleine verschillen tussen organismen van dezelfde soort
alleen de best aangepaste nakomelingen overleven en kunnen zich voortplanten
De overeenkomst in DNA en uiterlijk van verschillende organismen.

Verwantschap
Variatie
Selectie

Slide 24 - Sleepvraag

Slide 25 - Video

Aan de slag 
Lees H3 bassistof 2: overeenkomst en verwantschap
Maak opdracht 3, 4, 6, 8, 9   (blz. 178)
topklas 183 -->1, 3, 4, 7 en 8  (blz. 183) 

Slide 26 - Tekstslide

H3 Ordening

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk controleren 
Basisstof 2 Evolutie en verwantschap 
Opdracht 1 t/m 9
blz. 178
topklas blz. 183  

Slide 29 - Tekstslide

Waar ging de vorige les over?

Slide 30 - Woordweb

Slide 31 - Tekstslide

Na deze les kun je: 
Dieren indelen op grond van de kenmerken skelet en symmetrie
Kenmerken e  voorbeelden noemen van zes stammen van het dierenrijk. 

Slide 32 - Tekstslide

Wat is symmetrie?

Slide 33 - Woordweb

kenmerken
Symmetrie
Voorwerpen (of dieren) die
je in twee gelijke helften kunt
verdelen.

  • Tweezijdig symmetrisch
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Niet symmetrisch

Slide 34 - Tekstslide

Kenmerk: Symmetrie

  • Niet symmetrisch
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Veelzijdig symmetrisch

Slide 35 - Tekstslide

Tweezijdig symmetrisch
Veelzijdig symmetrisch
niet symmetrisch

Slide 36 - Sleepvraag

Slide 37 - Tekstslide

Stammen zijn geordend op: 

skelet:
geen skelet
inwendig skelet
uitwendig skelet

Slide 38 - Tekstslide

Inwendig skelet
Bij een inwendig skelet zit het skelet  aan de binnenkant van het organisme. 



Slide 39 - Tekstslide

Skelet
Geleedpotigen hebben een uitwendig skelet.

Hun skelet zit als een soort pantser op/om het lichaam.

Slide 40 - Tekstslide

Stevigheid dieren
Inwendig skelet: 
Skelet zit aan de binnenkant vb. de mens
Uitwendig skelet:
Skelet zit aan de buitenkant vb. de krab
Geen skelet:
Geen skelet vb. de kwal
Inwendig skelet
Uitwendig skelet
Geen skelet

Slide 41 - Tekstslide

Geen skelet
Uitwendig skelet
Inwendig skelet

Slide 42 - Sleepvraag

Slide 43 - Tekstslide

Indeling van dieren
  1. Sponsen
  2. Neteldieren
  3. Weekdieren
  4. Stekelhuidigen
  5. Geleedpotigen 
  6. Gewervelden
  7. (wormen)

Slide 44 - Tekstslide

sponzen

Slide 45 - Tekstslide

Neteldieren

Slide 46 - Tekstslide

weekdieren

Slide 47 - Tekstslide

Stekelhuidigen

Slide 48 - Tekstslide

geleedpotigen

Slide 49 - Tekstslide

Gewervelden

klassen
  • Vissen
  • Amfibieën
  • Reptielen
  • Vogels
  • Zoogdieren 


Slide 50 - Tekstslide

wormen

Slide 51 - Tekstslide

Indeling van dieren : Symmetrie en skelet

Slide 52 - Tekstslide

Tekst
Hierboven staan  4 stammen van het dierenrijk. Onder staan een aantal dieren weergegeven. Sleep de dieren naar de juiste stam.
Neteldieren
Stekelhuidigen
Geleedpotigen
Wormen

Slide 53 - Sleepvraag

Aan de slag 
Lezen: H3 basisstof 3 Dieren 
Maken: opdracht 1 t/m 3 + 5 t/m 7 blz. 188
Topklas: opdracht 1 t/m 3 + 5 t/m 8 blz. 193


Slide 54 - Tekstslide

Werken met Lessonup
Ga naar Lessonup.com 
Vul rechtsboven de pin-code in
Vul je eigen naam in
We kunnen beginnen!! 

Slide 55 - Tekstslide