4V Thema 5 BS 5

Veranderende ecosystemen
4 Vwo
Thema 5
Basisstof 5
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Veranderende ecosystemen
4 Vwo
Thema 5
Basisstof 5

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Leerdoelen:
  • Je kunt de veranderingen in een ecosysteem beschrijven

Programma:
  1. Bespreken opdr. 23
  2. Uitleg: successie en stabiele ecosystemen
  3. Zelf werken

Slide 2 - Tekstslide

Energiestroom
Een deel van de productie van een trofisch niveau (Pn-1):
  1. wordt niet gegeten (N)
  2. wordt niet verteerd (F)
  3. wordt gebruikt voor verbranding (R)
  4. wordt gebruikt voor biomassa van het volgende trofische niveau (Pn)

BPP = alle biomassa die wordt geproduceerd door producenten.
NPP = BPP - dissimilatie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Successie
Successie = verandering van de soortensamenstelling van een levensgemeenschap, waardoor deze geleidelijk overgaat in een andere. 

Nadat pioniersoorten zich gevestigd hebben, veranderen de omstandigheden. Er wordt meer grond vastgehouden en er ontstaat humus.

Slide 5 - Tekstslide

Pionierecosysteem
Op kale grond, een kale rots, nieuwe duin zal na verloop van tijd begroeid raken met korstmossen of kleine planten. Deze eerste vegetatie heten pioniersoorten. Zij zijn erg tolerant wat de abiotische factoren als temperatuur betreft.
Deze planten trekken dieren aan, het eerste pionierecosysteem is ontstaan. Hierdoor worden de omstandigheden gunstiger voor nieuwe soorten om zich hier te vestigen.

Slide 6 - Tekstslide

Humus
Door doodgaan van planten en dieren ontstaat humus, waardoor de omstandigheden sterk verbeterd zijn. Hierdoor kunnen grotere planten op deze plek groeien, grotere dieren zich hier vestigen en het pionierecosysteem gaat over in een ander ecosysteem. Dit maakt de omstandigheden nóg gematigder, zodat weer andere planten en dieren zich hier vestigen.

Slide 7 - Tekstslide

Climaxstadium
Laatste stadium: climaxstadium: grote biodiversiteit, weinig schommeling in omstandigheden, veel soorten, kleine aantallen per soort.


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden:
strand -> duinen -> bos
zand -> heide -> bos
plas -> veen/moeras -> bos
rots onder water -> koraalrif
kale grond -> steppe/prairie -> (regen)woud

Slide 11 - Tekstslide

Evenwicht
Een systeem is in evenwicht als het zichzelf kan reguleren en daardoor stabiel blijft. Tussen twee evenwichten zit het kantelpunt.
Instabiel evenwicht gemakkelijk worden makkelijk verstoord.

Voorbeelden:
  • Algenbloei bij eutroficatie
  • Konijnen in de duinen

Slide 12 - Tekstslide

In welk ecosysteem blijft de biomassa gelijk?
A
pioniersecosysteem
B
climaxecosysteem

Slide 13 - Quizvraag

Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 14 - Quizvraag

Welke type zaden past het best bij een pionierplant?
A
veel en licht
B
veel en zwaar
C
weinig en licht
D
weinig en zwaar

Slide 15 - Quizvraag

Waar zijn er meer wisselingen in abiotische factoren?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 16 - Quizvraag

Zelf werken
Lezen
Thema 5 BS 5 (blz. 115 t/m 120)

Maken
Thema 5 opdr. 26, 27, 29 en 30

Kun je:
  • de veranderingen in een ecosysteem beschrijven?

Slide 17 - Tekstslide