Fertig: Lernen Lernliste + Grammatik -> zum Beispiel Slim STampen
Besprechen Aufgaben 22 und 23
timer
1:00
Slide 11 - Tekstslide
Zum Schluss
Slide 12 - Tekstslide
Modalverben:
Modale hulpwerkwoorden (modalverben) zijn hulpwerkwoorden die extra betekenis aan het hoofdwerkwoord toevoegen. Voorbeelden van modale hulpwerkwoorden in het Nederlands zijn zullen, kunnen, mogen, moeten, willen.
Als je bijvoorbeeld zegt: 'Petra kan zwemmen', zeg je eigenlijk dat Petra in staat is om te zwemmen (ze verdrinkt niet in water). Dat heeft natuurlijk een hele andere betekenis dan 'Petra zwemt', een zin zonder modaal hulpwerkwoord.
In het Duits zijn er ook modale hulpwerkwoorden (modalverben) zoals bijvoorbeeld: willen, können, müssen, mögen, sollen en dürfen.
Slide 13 - Tekstslide
Modalverben Präsens
De Duitse Modalverben verschillen in twee belangrijke opzichten van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
de enkelvoudige personen (ich, du, er, sie, es) hebben een klinkerwisseling ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
de 1ste (ich) en 3de persoon enkelvoud (er, sie, es) hebben géén uitgang. Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.