23 - 1HVD - repetitie + Lezen 2.3

WELKOM 1D :)
Planning van deze les:

  • Repetitie 

Volgende les
  • Begrijpend lezen 

Aan het einde van deze les
  • weet je wat feiten en meningen zijn;
  • kan je meningen en feiten herkennen;
  • kan je de moeilijkewoordenwijzer gebruiken;
  • weet je wat zoekend lezen is. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

WELKOM 1D :)
Planning van deze les:

  • Repetitie 

Volgende les
  • Begrijpend lezen 

Aan het einde van deze les
  • weet je wat feiten en meningen zijn;
  • kan je meningen en feiten herkennen;
  • kan je de moeilijkewoordenwijzer gebruiken;
  • weet je wat zoekend lezen is. 

Slide 1 - Tekstslide

Repetitie 
Op tafel: pen, leesboek. 

Stilte tijdens de repetitie. 

Klaar? Lees in je leesboek 

Slide 2 - Tekstslide






:)
Zoek zelf een plek uit om te zitten, dan maak ik daar een plattegrond van en dan zijn dat vanaf nu de plekken. 





Planning van deze les:

  • Repetitie 

Volgende les
  • Begrijpend lezen 

Aan het einde van deze les
  • weet je wat feiten en meningen zijn;
  • kan je meningen en feiten herkennen;
  • kan je de moeilijkewoordenwijzer gebruiken;
  • weet je wat zoekend lezen is. 
WELKOM 1D :)

Slide 3 - Tekstslide

Karsten is goed bezig!
Nu de rest van de klas :) 

Meld je aan bij klas 1D in LessonUp, dan hoef je niet iedere keer een code in te voeren. 

De link staat in Som. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Feit: 'Het is zo dat...' 
Mening: 'Ik vind...' 

Slide 6 - Tekstslide

Feit: 'Het is zo dat...' 
Mening: 'Ik vind...' 

--> Helaas is dat niet altijd zo duidelijk.  

Slide 7 - Tekstslide

Feit: 'Het is zo dat...' 
Mening: 'Ik vind...' 

--> Helaas is dat niet altijd zo duidelijk --> 'Het is hier koud' 

Slide 8 - Tekstslide

Een feit




  • kun je controleren;
  • kun je bewijzen;
  • kun je niet weerleggen (het ís zo);
  • Over een feit kun je niet van mening verschillen; het is zoals het is.
Een mening




  • is persoonlijk, van jou;
  • kun je ondersteunen met argumenten: Ik vind dit, want ...
  • Je kunt heel goed van mening veranderen, zeker wanneer je gesprekspartner met goede argumenten komt

Andere woorden voor mening: standpunt, oordeel, opinie, opvatting. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat doe je met moeilijke woorden?

Slide 10 - Tekstslide

Je bent moe omdat je gisterenavond een feestje had. De consequentie, het gevolg van je daden, is dat je nu bijna in slaap valt. 

Slide 11 - Tekstslide

Leesstrategieën
  • Verkennend lezen
  • Nauwkeurig lezen
  • Zoekend lezen - je hebt een vraag en je zoekt het antwoord op die vraag

Slide 12 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
5:00
Wat
Maak van hoofdstuk 2.3 (Lezen) opdracht 2 t/m  6
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
Tijd
Ongeveer 20 minuten 
Uitkomst
We bespreken straks de eerste opdrachten.  
Klaar
Oefen met de woordtrainer van hoofdstuk 2.5 (Woorden) 

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting van de les
Jij:
  • weet wat feiten en meningen zijn;
  • kan meningen en feiten herkennen;
  • kan de moeilijkewoordenwijzer gebruiken;
  • weet wat zoekend lezen is

Huiswerk 
Maak van hoofdstuk 2.3 (Lezen) opdracht 2 t/m 6 en lees de leertekst 'Tekstverband 1' op bladzijde 83

Vul de Exit Ticket in - daarna mag je je tas inpakken.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link