5. Wk 1.1. Lijdend voorwerp

Nederlands: ontleden       
Lijdend voorwerp                  
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands: ontleden       
Lijdend voorwerp                  

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Op het eind van de les weet jij wat een lijdend voorwerp is.

Je kunt het vinden in een zin.

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerken

Het lijdend voorwerp is een zinsdeel; 
zoals onderwerp, gezegde, bepalingen enz.

Het hoort bij ontleden of grammatica.

Slide 3 - Tekstslide

Instructiefilm
We gaan kijken naar een instructiefilm
(van de kennisbank);
daarna krijgen we een aantal vragen te beantwoorden.

Je mag vast aantekeningen maken!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Vragen zijn altijd oranje
A

Slide 6 - Quizvraag

De HIJ - HEM regel
Het onderwerp van een zin kun je vervangen door HIJ.

Het lijdend voorwerp door HEM.


Niet elke zin heeft een lijdendvoorwerp!

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden: hij- hem regel
De man zit op een stoel.
Hij zit op hem.

De vrouw zwaait naar de jongen.
Zij zwaait naar hem.

Slide 8 - Tekstslide

Aantekening maken
Maak een aantekening over het lijdend voorwerp;
vergeet HIJ-HEM regel niet!

In de map opbergen bij :
- Nederlands
- Grammatica
- Zinsdelen.

Slide 9 - Tekstslide

Denk een momentje na of
je nog vragen hebt?

Slide 10 - Tekstslide

Welke vragen over lijdend voorwerp heb je nog?
timer
2:00

Slide 11 - Open vraag

Onthoud:
de HIJ - HEM regel.

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
Nu ga je aan het werk met de taken Nederlands in VO-Next.

Slide 13 - Tekstslide