-Ik kan verschillende teksten met elkaar vergelijken.
-Ik kan de waarde van de informatie voor verschillende soorten publiek bepalen.
Slide 3 - Tekstslide
tekst en publiek
Een schrijver wil meestal dat zijn tekst door een bepaalde groep mensen gelezen wordt: het publiek. Bijvoorbeeld: jongeren, sportliefhebbers, ouderen. Een schrijver houdt bij het schrijven van de tekst rekening met het publiek.
Voor welk publiek een tekst bedoeld is, kun je zien aan:
Slide 4 - Tekstslide
• Het onderwerp: een tekst over hiphop is bijvoorbeeld bedoeld voor jongeren. Een tekst over het schilderen van je huis is bedoeld voor volwassenen.
• Het taalgebruik: teksten in jongerentijdschriften hebben bijvoorbeeld veel eigentijdse en nieuwe woorden. Als een tekst voor jongeren is bedoeld, wordt de lezer met ‘je’ aangesproken. In een tekst voor volwassen kan de lezer ook met ‘u’ aangesproken worden.
Slide 5 - Tekstslide
• De bron (waar een tekst vandaan komt): een tekst in de Taptoe is voor kinderen bedoeld en een tekst in de Girlz! voor wat oudere meisjes.
• De lay-out: in jongerentijdschriften zie je veel illustraties, grote koppen, veel kleuren en lettertypen. Ingewikkelde teksten voor volwassenen zien er vaak saaier uit dan teksten voor jongeren.
Slide 6 - Tekstslide
tekstsoorten en tekstdoelen
Herhalen
Slide 7 - Tekstslide
Arnoud Kuijpers
kijk op youtube
gebruik deze filmpjes ter ondersteuning of verduidelijking
zoek op onderwerp
Slide 8 - Tekstslide
weektaak
-Ik kan verschillende teksten met elkaar vergelijken.
-Ik kan de waarde van de informatie voor verschillende soorten publiek bepalen.Maken: