Par 4.3 In en om het kasteel

Par 4.3 In en om het kasteel
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Par 4.3 In en om het kasteel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet wat een kasteel is en waarom deze werden gebouwd.
- Je weet de kenmerken van een kasteel.
- Je kunt uitleggen waarom een kasteel moeilijk te veroveren was.
- Je weet wat horigen zijn.
- Je kunt het leven van horigen omschrijven.
- Je weet wat herendiensten zijn.
- Je kent de rechten en plichten van de drie standen die zijn ontstaan tijdens de middeleeuwen.
- Je weet wat het drieslagstelsel is.
- Je kent de volgende begrippen: horige, standen, kasteel, drieslagstelsel.

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen
Middeleeuwen
500 - 1500
Franken
Karel de Grote
Leenstelsel
Onveilig

Slide 3 - Tekstslide

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Tekstslide

Welke Frankische koning bekeerde zich tot het christendom?
A
Karel de Grote
B
Radboud
C
Clovis
D
Romulus

Slide 5 - Quizvraag

Wat was geen taak van een monnik?
A
Voedsel verbouwen
B
Boeken schrijven
C
Armen helpen
D
Vechten met de vijand

Slide 6 - Quizvraag

Welk stelsel bedacht Karel de Grote om zijn rijk te besturen?
A
Het beheerstelsel
B
Het leenstelsel
C
Het studiestelsel
D
Het sterrenstelsel

Slide 7 - Quizvraag

Wat was de baas in het leenstelsel?
A
De leenheer
B
De leenman
C
De achterleenman
D
De kleinste leenman

Slide 8 - Quizvraag

Wie stuurde Karel de Grote langs om de leenmannen te controleren?
A
De geheime dienst
B
Politie
C
Zendelingen
D
Zendgraaf

Slide 9 - Quizvraag

Een schilderij over de moord op Bonifatius gemaakt in 2019 is een?
A
Directe bron
B
Indirecte bron

Slide 10 - Quizvraag

Ridder zijn was niet goedkoop
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Werken
Het gebied van een heer noemen we een domein. De onderdanen zijn de horigen.
Een horige moet werken voor de heer. Hij moest het land van de heer verbouwen.
Een horige had zelf ook een stukje land. Een horige moest ook herendiensten doen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Veilig huis
Een heer, later een edelman genoemd.
Liet een heuvel aanleggen en daarop kwam een kasteel.
Kasteel moest zorgen voor veiligheid.

Slide 15 - Tekstslide

Leven in een kasteel
Zag er niet heel gezellig uit.
Donker, geen verf.
Geen ramen, glas was nog niet uitgevonden.
In de winter ijskoud.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Meer grond
In de tweede helft van de Middeleeuwen groeide de bevolking van Europa.
Er was meer voedsel nodig.
Europa bestond grotendeels uit bossen, moerassen en heidevelden.

Slide 18 - Tekstslide

Ontginnen
Boeren begonnen met het ontginnen van woeste grond.
Ze maakten er landbouwgrond van.
Dat was zwaar werk.
In ruil daarvoor kregen veel boeren hun vrijheid.
Ook monniken werkten mee met het ontginnen van het land.

Slide 19 - Tekstslide

Uitvindingen
Meer mensen in Europa, betekende meer voedsel.
 Na het jaar 1000 kwamen er twee nieuwe uitvindingen die zorgden voor meer voedsel.
Arabisch halsjuk.

Slide 20 - Tekstslide

Uitvindingen
Drieslagstelsel.
De landbouwgrond werd in drie stukken verdeeld:
2 delen werden verbouwd.
1 deel bleef braak liggen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 23 - Tekstslide

In een kasteel was het tijdens de middeleeuwen altijd warm en gezellig
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Wat is ontginnen?
A
Woeste grond geschikt maken voor een voetbalwedstrijd
B
Woeste grond geschikt maken voor woningbouw
C
Woeste grond geschikt maken voor landbouw
D
Dan heb je een vrije dag

Slide 25 - Quizvraag

Waarom gingen veel boeren op een domein wonen?
A
Voor werk
B
Voor eten
C
Voor een huis
D
Voor veiligheid

Slide 26 - Quizvraag

Hoeveel stukken grond liggen er braak bij het drieslagstelsel?
A
1
B
2
C
3
D
geen

Slide 27 - Quizvraag

Uit welke drie standen bestond de samenleving in de middeleeuwen?
A
Boeren&burgers, geestelijkheid en de koning
B
Geestelijkheid, de koning en de adel
C
Geestelijkheid, ajakssupporters en de smurven
D
Geestelijkheid, adel en boeren&burgers

Slide 28 - Quizvraag

En nu?
Maak van deze les een mindmap.
Maak van deze les een samenvatting met de begrippen/personen en jaartallen uit de studiewijzer.
Aan de slag met Feniks-Online

Slide 29 - Tekstslide