Les 53 verwijswoorden

Vul het juiste woord in:
_____ meisje is lief.
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vul het juiste woord in:
_____ meisje is lief.

Slide 1 - Woordweb

Het programma 
- het lesdoel 
- uitleg les 53 
- Oefeningen maken (boek) 
- nakijken 
- terugkoppeling lesdoel 

Slide 2 - Tekstslide

Het lesdoel 
Aan het einde van de les kan ik de regels uitleggen van het gebruik van verwijswoorden. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Deze en die verwijzen naar het-woorden.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Dit en dat verwijzen naar het-woorden.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

'dit' verwijst naar het-woorden die dichtbij staan.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

'die' verwijst naar het-woorden die veraf staan.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Instructie 
- Je gaat zelfstandig werken. 
- Als je iets niet snapt, vraag het aan je buurman/buurvrouw.
- Als je eerder klaar bent, werk aan NUMO. 
- We gaan de antwoorden klassikaal bespreken. 
- Je hebt in totaal 10 minuten. 
- Je maakt oefenblad verwijswoorden: je vult het juiste verwijswoord in. 

Slide 12 - Tekstslide

Vul de verwijswoorden in binnen 1 minuut (in stilte).
ver 
dichtbij
de
het 

Slide 13 - Tekstslide