10.1 Man en vrouw

10.1 Man en vrouw
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

10.1 Man en vrouw

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Les 1:
  • Je kunt de geslachtskenmerken van jongens en meisjes in verschillende levensfasen beschrijven.
  • Je kunt de bouw en werking van de geslachtsorganen van een man beschrijven.
  • Je kunt de bouw en werking van de geslachtsorganen van een vrouw beschrijven.

Les 2:
  • Je kunt uitleggen op welke manieren je een zwangerschap kunt voorkomen.

Slide 2 - Tekstslide

Geslachtskenmerken
Primaire: vanaf de geboorte aanwezig
Secundaire: kenmerken die ontstaan vanaf de puberteit

Vanaf puberteit vruchtbaar
  • Geslachtsorganen maken voortplantingscellen: zaadcellen en eicellen

Slide 3 - Tekstslide

Maak vraag 4 en 5 in het boek (bl. 9)

Slide 4 - Tekstslide

Het ontstaan van borsten is een .............. geslachtskenmerk
A
primair
B
secundair
C
tertiair

Slide 5 - Quizvraag

Voortplantingscellen man = zaadcellen (70.000.000/dag) -> staart voor voortbeweging
Voortplantingscellen vrouw = eicel (1/maand) -> 3x zo groot (voedingsstoffen ontwikkeling)

Slide 6 - Tekstslide

De jongen produceert zaadcellen. Het meisje produceert eicellen. Welke zijn er al vanaf de geboorte?
A
zaadcellen
B
eicellen
C
beide
D
geen van beide

Slide 7 - Quizvraag

Geslachtsorgaan man

  • Zaadballen: maken zaadcellen
  • Bijballen: opslag zaadcellen
  • Zaadleider: vervoer zaadcellen
  • Zaadblaasjes en prostaat: toevoegen basisch vocht + voedingsstoffen (zaadvocht)
  • Urinebuis

Slide 8 - Tekstslide

Maak vr. 6 en 7 in het boek

Slide 9 - Tekstslide

Zaadleider
Balzak
Prostaat
Teelbal
Penis
Zaadblaasje
Bijbal
Urinebuis

Slide 10 - Sleepvraag

Waar worden de geproduceerde zaadcellen van de jongen opgeslagen?
A
teelballen
B
bijballen
C
prostaat
D
eikel

Slide 11 - Quizvraag

Welk orgaan of welke organen voegen vocht toe aan de zaadcellen
A
alleen de prostaat
B
alleen de zaadblaasjes
C
de prostaat en de zaadblaasjes
D
de prostaat, de zaadblaasjes en de urineblaas

Slide 12 - Quizvraag

Waarom geen urine in sperma?

Slide 13 - Tekstslide

Maak vr. 8 in het boek

Slide 14 - Tekstslide

Geslachtsorgaan vrouw
  • Clitoris
  • Vagina
  • Baarmoeder
  • Twee eileiders & eierstokken: met 400.000 onrijpe eicellen

-> Rijpen van eicel met de klok mee
-> Van nature zure omgeving


Slide 15 - Tekstslide

Maak vr. 13 in het boek

Slide 16 - Tekstslide

Een (mensturatie)cyclus duurt ongeveer 28 dagen...

Er wordt in één van de eierstokken een eicel rijp




Slide 17 - Tekstslide

Rijpen eicel
  • Onrijpe eicellen liggen in blaasjes (follikels) klaar
  • Rijpen: voedingsstoffen opnemen
  • Eisprong/ovulatie: na 2 weken is eicel rijp, barst uit de follikel en komt in de eileider 
  • De eicel blijft 12/24u leven; de eileider vervoert eicellen naar de baarmoeder
  • Follikel (geel lichaam met hormonen) sterft af

Slide 18 - Tekstslide

Menstruatiecyclus in één plaatje





Slide 19 - Tekstslide

Hoe lang duurt de gemiddelde menstruatiecyclus normaal gesproken?
A
20 dagen
B
21 dagen
C
28 dagen
D
30 dagen

Slide 20 - Quizvraag

Vagina
Baarmoedermond
Baarmoeder
Eileider -> eicel

Slide 21 - Tekstslide

Maak vr. 11, 12, 16 en 17 in het boek

Slide 22 - Tekstslide

De examenvraag van vandaag
Welke letter geeft een eierstok aan?

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf in je agenda
Aantekeningen 10.1 afmaken.
Bestudeer blz. 8 t/m 16.

Maken + nakijken opdr. 5, 6,7,8, 9, 10, 12, 13,14, 16, 17, 18.

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen
Les 1:
  • Je kunt de geslachtskenmerken van jongens en meisjes in verschillende levensfasen beschrijven.
  • Je kunt de bouw en werking van de geslachtsorganen van een man beschrijven.
  • Je kunt de bouw en werking van de geslachtsorganen van een vrouw beschrijven.

Les 2:
  • Je kunt uitleggen op welke manieren je een zwangerschap kunt voorkomen.

Slide 25 - Tekstslide

Voorbehoedsmiddelen
  1. Voorkomt zwangerschap
  2. Makkelijk in gebruik
  3. Niet schadelijk voor gezondheid

Waarom "double safe!?"

Slide 26 - Tekstslide

Zwangerschap voorkomen

Condoom - voorkomt dat zaadcellen bij de eicel komen. Beschermt ook tegen SOA's.

Slide 27 - Tekstslide

Zwangerschap voorkomen

Pil - voorkomt dat eicellen rijpen en dat  eisprong plaatsvindt, maakt baarmoedermond dikker

Slide 28 - Tekstslide

Zwangerschap voorkomen

Spiraaltje (koper/hormoon) - maakt zaadcellen minder vruchtbaar en voorkomt innesteling van het embryo 

Slide 29 - Tekstslide

Zwangerschap voorkomen

Pessarium - zaadcellen kunnen niet bij de eicellen komen

Slide 30 - Tekstslide

Zwangerschap voorkomen

Sterilisatie - eileiders of zaadleiders worden doorgesneden

Slide 31 - Tekstslide

Welk voorbehoedsmiddel kan de man nog zelf gebruiken?

Slide 32 - Open vraag

Nog meer middelen:
  • Anticonceptiepleister en staafje
  • Prikpil
  • Nuvaring

-> voordeel = werkt nog als vrouw ziek is geweest (overgeven/diarree)

Slide 33 - Tekstslide

ONBETROUWBARE methoden
Coitus interruptus - trekt de man zijn penis terug uit de vagina voordat hij klaarkomt. 

Periodieke onthouding - het stel heeft geen geslachtsgemeenschap tijdens de vruchtbare periode. 

Slide 34 - Tekstslide

NOODGEVAL!?
-> Binnen 72u; morning-after pil (apotheek of drogisterij) -> bevat VEEL hormonen = voorkomen innesteling bevruchte eicel

-> Na 72u; zwangerschapstest en beslissen om het kind te houden/dan wel abortus te plegen

Slide 35 - Tekstslide

Maak vraag 22 en 25

Slide 36 - Tekstslide

Schrijf in je agenda
Bestudeer blz. 16 t/m 20.

Maken + nakijken opdr. 21, 22, 23, 25, 27.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video