Primaire en secundaire geslachtskenmerken kunnen noemen.
Delen van het voortplantingsorgaan van de man kunnen noemen met de bijbehorende functie.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Lesdoelen
Primaire en secundaire geslachtskenmerken kunnen noemen.
Delen van het voortplantingsorgaan van de man kunnen noemen met de bijbehorende functie.
Slide 1 - Tekstslide
Geslachtskenmerken
De kenmerken waaraan je kunt herkennen of iemand een man of vrouw is, heten geslachtskenmerken.
Primaire geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar.
Secundaire geslachtskenmerken zijn vanaf de puberteit zichtbaar.
Slide 2 - Tekstslide
Geslachtskenmerken
Vanaf de puberteit worden jongens en meisjes vruchtbaar.
In de geslachtsorganen worden geslachtscellen (voortplantingscellen) gemaakt.
Bij jongens zijn dit zaadcellen, bij vrouwen zijn dit eicellen.
Slide 3 - Tekstslide
Zaadcellen
Slide 4 - Tekstslide
Geslachtsorganen van een man
Slide 5 - Tekstslide
Ontstaan van sperma
Slide 6 - Tekstslide
Lesdoelen
Delen van het voortplantingsorgaan van de vrouw kunnen noemen met de bijbehorende functie.
De menstruatiecyclus kunnen uitleggen en aflezen in een schema.
Slide 7 - Tekstslide
Eicellen
Slide 8 - Tekstslide
Geslachtsorganen van een vrouw
Slide 9 - Tekstslide
Voortplantingsstelsel van de vrouw. De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Hoe voorkom je zwangerschap
Condoom
Pil
Spiraaltje
Pessarium
Sterilisatie
Slide 13 - Tekstslide
Condoom
Voorkomt dat de zaadcellen in de vagina van een vrouw komen. Een eicel kan dan niet bevrucht worden.
Slide 14 - Tekstslide
Pil
Bevat hormonen die ervoor zorgen dat er in de eierstokken geen eicellen rijpen. Daardoor is er geen eisprong en kan er geen bevruchting plaatsvinden.
Slide 15 - Tekstslide
Spiraaltje
Wordt door een arts in de baarmoeder geplaatst. Om het steeltje zit een koperdraad gedraaid of er zitten hormonen in. Een spiraaltje maakt zaadcellen minder vruchtbaar en voorkomt dat een bevruchte eicel in het baarmoederslijmvlies gaat vastzitten.
Slide 16 - Tekstslide
Pessarium
Een kunststofhoesje dat precies op de baarmoedermond past, waardoor zaadcellen niet bij de eicellen kunnen komen.
Slide 17 - Tekstslide
Sterilisatie
Het onderbreken van de zaadleiders of eileiders.
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag
Maak de opdrachten van 10.1
Slide 19 - Tekstslide
Verminderde vruchtbaarheid kan ook het gevolg zijn van een eileider die veel te wijd is. In zo’n geval wordt die eileider soms verwijderd. Leg uit dat er toch een bevruchting kan plaatsvinden als een eileider is verwijderd.