C les 1 lezen verwijswoorden A2C

Lesplanning

* 10 min. lezen in je leesboek
* woordenschat par. B
* woordenschat par. C
* theorie par. C


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
- verwijswoorden zijn.
- verwijswoorden en de woorden of zinsdelen waarnaar ze verwijzen, herkennen in een tekst.

timer
10:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning

* 10 min. lezen in je leesboek
* woordenschat par. B
* woordenschat par. C
* theorie par. C


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
- verwijswoorden zijn.
- verwijswoorden en de woorden of zinsdelen waarnaar ze verwijzen, herkennen in een tekst.

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Woorden par. B
accepteren
afschilderen
bijdehand
lak hebben aan iets
onuitputtelijk
pedagogisch
het scala
universeel
verstommen
vooruitstrevend
Je hebt al deze woorden in je schrift geschreven en de betekenis erbij gezet.

Je krijgt van mij een woord toegewezen. Met dit woord maak je een zin waaruit blijkt dat je de betekenis weet.
 

timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

accepteren
afschilderen
bijdehand
lak hebben aan iets
onuitputtelijk
pedagogisch
het scala
universeel
verstommen
vooruitstrevend

ermee akkoord gaan
iemand op een bepaalde manier beschrijven
slim en snel reageren
het zich niet aantrekken
eindeloos
opvoedkundig
een groot aantal
algemeen geldend
sprakeloos worden
als je streeft naar vernieuwing

Slide 3 - Tekstslide

Verwijswoorden

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk
H1 par. C opdracht 1

Antwoorden
1 a Drie van de volgende: Dik Trom, Dik Troms, van Dik Trom, Bruin Boon
 b Waarschijnlijk vind je de herhaling niet prettig lezen.
 c Bijvoorbeeld: hij, zijn, hem, van hem

Slide 5 - Tekstslide

Woorden par. C
aan de lopende band
de criticus
goedgemutst
de navolger
onfatsoenlijk
de propaganda
rechtbreien
sympathiek
tot inkeer komen
veel stof doen opwaaien
Schrijf deze woorden op in je schrift met ruimte erachter of eronder om de betekenis erbij te kunnen schrijven.

Als je de betekenis al weet, schrijf deze meteen op.
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Handboek
Blz. 54 - 55

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 2
OB H1 par. C maken opdr. 2

Heb je deze niet af? Dan is dit huiswerk.

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 25-09:
H1 par. C m. opdr. 2 (als deze niet af is in de les)

Vrijdag 29-09:
H1 par. C m. opdr. 7

Slide 17 - Tekstslide