JBR 8.4

De persoon die overlijdt, noemt men in het erfrecht de:
A
erfpachter
B
erfenis
C
erflater
D
dode
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

De persoon die overlijdt, noemt men in het erfrecht de:
A
erfpachter
B
erfenis
C
erflater
D
dode

Slide 1 - Quizvraag

De persoon die de nalatenschap moet vereffenen, noemt men de
A
executeur
B
begrafenisondernemer
C
bewind
D
notaris

Slide 2 - Quizvraag

Mena en Chebu zijn getrouwd.
Chebu sterft. Mena is de
A
ex-vrouw
B
langstlevende echtgenoot
C
bewindvoerder
D
executeur

Slide 3 - Quizvraag

Een ander woord voor erfenis is
A
testament
B
erfdeel
C
nalatenschap
D
erfgenaam

Slide 4 - Quizvraag

De rechtsopvolger van de erflater is
A
de erfdeel
B
de gemeenschap van goederen
C
de nalatenschap
D
de erfgenaam

Slide 5 - Quizvraag

Chebu sterft. Hij is getrouwd met Mena (+ 1 kind). Ze hebben een vermogen van 120.000 gulden. De nalatenschap is
A
110.000
B
60.000
C
30.000
D
0

Slide 6 - Quizvraag

Welke regel is belangrijk in het erfrecht?
A
Om te erven, moet er een testament zijn
B
Om te erven, moet je in groep 1 zitten
C
Om te erven, moet je bestaan
D
Neven en nichten erven nooit

Slide 7 - Quizvraag

Wie moet bepalen wie de erfgenamen zijn?
A
de notaris
B
de bewindvoerder
C
de overledene
D
de executeur

Slide 8 - Quizvraag

Oma en opa zitten in het wettelijk erfrecht in
A
groep 1
B
groep 3
C
groep 2
D
groep 4

Slide 9 - Quizvraag

Welke manier van aanvaarden beschermt het eigen vermogen van de erfgenaam?
A
vereffening
B
verwerping
C
zuiver
D
beneficiair

Slide 10 - Quizvraag

"Aanvaarden" kan gebeuren door de erfgenaam via zijn
A
gedrag
B
bezoek aan de notaris
C
verwerping
D
bezoek aan de burgerlijke stand

Slide 11 - Quizvraag

Sonny steekt zijn vader dood. Mag hij erven?
A
nee, hij moet de gevangenis in
B
nee, hij is onwaardig
C
ja, als zijn vader hem vergeeft
D
ja, hij zit in groep 1

Slide 12 - Quizvraag

Een ander woord voor wettelijk erfrecht is
A
legaaterfrecht
B
"geen testament" erfrecht
C
versterferfrecht
D
boedelerfrecht

Slide 13 - Quizvraag

Chebu bepaalt in zijn testament zijn vrouw Mena het erfdeel van zijn kind beheert tot het kind 20 jaar oud is. Mena is de
A
bewindvoerder
B
beheerder
C
tijdelijke bewindvoerder
D
erfdeel beheerder

Slide 14 - Quizvraag

Men vindt een brief van Chebu, waarin hij zijn Gucci-jas aan Wilfred nalaat. Dat is een
A
legaat
B
codicil
C
testament
D
erfdeel

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen vereiste voor een codicil?
A
getypt
B
ondertekend
C
handgeschreven
D
gedateerd

Slide 16 - Quizvraag

Onwaardigheid kan worden opgeheven door vergiffenis die ...... is.
A
"ondubbelzinnig"
B
"emotioneel"
C
"persoonlijk"
D
"opgeschreven"

Slide 17 - Quizvraag

Wat moet de erflater doen als hij wil afwijken van het versterferfecht?
A
testament opmaken
B
een getypte codicil met handtekening
C
een legataris benoemen
D
een codicil, maar zonder datum

Slide 18 - Quizvraag

De erfgenamen van Chebu zijn 2 broers en een halve zus. Zijn nalatenschap is 15.000. De zus krijgt:
A
10.000
B
3.000
C
5.000
D
niets, ze heeft een andere moeder

Slide 19 - Quizvraag

Echtgenoten Chebu en Mena hebben geen kinderen. Ze krijgen een ongeluk en Mena sterft meteen. Wie zijn de erfgenamen?
A
de familie van Mena
B
Niemand
C
Chebu
D
de familie van Chebu

Slide 20 - Quizvraag

Wie mag erven volgens het wettelijk erfrecht?
A
adoptief kind
B
dood geboren kind
C
stiefkind
D
pleegkind

Slide 21 - Quizvraag

De langstlevende echtgenoot mag het huis blijven gebruiken. Dit is
A
wilsrecht 1
B
stiefoudergevaar
C
wilsrecht 2
D
vruchtgebruik

Slide 22 - Quizvraag

Hoe heet de opsteller van een testament?
A
notaris
B
testamenteur
C
erfgenaam
D
testateur

Slide 23 - Quizvraag

Wat is GEEN reden om een testament te maken?
A
bewind regelen
B
legaat opnemen
C
samenwoners
D
versterferfrecht toepassen

Slide 24 - Quizvraag

Chebu heeft in zijn testament alles nagelaten aan Mena, zijn vrouw. Ze scheiden. Wat ontvangt Mena?
A
Niets, dat testament vervalt automatisch
B
Ze erft alleen in groep 1
C
Niet alles, alleen haar erfdeel
D
Alles, zoals Chebu wilde

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet een codicil voor het geven van organen?
A
orgaantransplantatie
B
orgaandonatie codicil
C
donorcodicil
D
orgaancodicil

Slide 26 - Quizvraag

Chebu overlijdt. Zijn nalatenschap is 900 gulden. Erfgenamen: zijn vrouw en hun kind, een kind met zijn "byside". Hoeveel krijgt het kind van de "byside"?
A
450 gedeeld door 3
B
150 gulden
C
300 gulden
D
niets

Slide 27 - Quizvraag