4.2 Elektrische energie
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
E is het symbool voor?
A
Hoeveelheid energie
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen
Slide 4 - Quizvraag
A
Slide 5 - Quizvraag
A
Slide 6 - Quizvraag
I is het symbool voor?
A
Stroom sterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen
Slide 7 - Quizvraag
R is het symbool voor?
A
Stroom sterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen
Slide 8 - Quizvraag
W/s en J zijn gelijk?
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
E is het symbool voor?
A
Hoeveelheid energie
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen
Slide 10 - Quizvraag
In een transformator wordt de frequentie anders
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Koper is een isolator
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
I is het symbool voor?
A
Stroom sterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen
Slide 13 - Quizvraag
hoeveel joule is gelijk aan een kilowattuur(kWh)?
A
36 MJ
B
3,6 x 10^3 J
C
36 kJ
D
3,6 x 10^6 J
