§1.2 Machthebbers van Europa

Machthebbers in Europa
Paragraaf 1.2 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Machthebbers in Europa
Paragraaf 1.2 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • 17e eeuw:
  • Jullie kunnen uitleggen hoe Nederland werd bestuurd
  • Jullie kunnen uitleggen hoe sommige vorsten alle macht kregen. 
  • Jullie weten met welke landen Nederland in oorlog was





Slide 2 - Tekstslide

Wat valt op als je naar West-Europa kijkt?
Grootste religies in Europese gebieden
- Europa 2
018

Slide 3 - Tekstslide

Absolute vorsten rond de 17e eeuw.
Grootste religies in Europese gebieden
- Europa 2
018

Slide 4 - Tekstslide

Bestuur van de Republiek blz.11

Slide 5 - Tekstslide

Rijke burgers besturen de Republiek = bijzonder,
rest van Europa is dat anders
Ze bouwen stadspaleizen en grote buitenhuizen.

Slide 6 - Tekstslide

FRANKRIJK

Hendrik IV (1589 -1610)
Maakt eind aan godsdienstoorlogen

1589 Edict van Nantes:
Hugenoten (Franse protestanten) mogen eigen geloof hebben en uitoefenen

Slide 7 - Tekstslide

Koning Lodewijk XIII
(1610-1643)
Trekt meer macht naar zich toe
Maar ...
Hoge adel werkt niet mee
Dus ...
Koning stelt koninklijke ambtenaren aan

    > einde macht hoge adel op platteland
Hendrik IV (1589 -1610)
Maakt eind aan godsdienstoorlogen

1589 Edict van Nantes
Hugenoten (Franse protestanten) mogen eigen geloof hebben en uitoefenen

Slide 8 - Tekstslide

Koning Lodewijk XIV (1643-1715)

Lodewijk XIV is een absoluut vorst (bestuurt het land als een alleenheerser)

-> 'Zonnekoning'
-> Droit Divin (Goddelijk Recht)
 "God heeft bepaald dat ik de koning mag zijn van Frankrijk, dus ik hoef me allen maar aan God te verantwoorden".



Slide 9 - Tekstslide

  • "Er is weinig dat een man kan weerstaan die zichzelf kan overwinnen."
  • "Het is legaal omdat ik dat wens."
  • "De staat? Dat ben ik!"
  • "Het is Gods' wil dat alle onderdanen de koning onvoorwaardelijk gehoorzamen."
  • "Iedere keer als ik een vacature voorzie, maak ik honderd ongelukkige en één ondankbare."

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Lodewijk XIV

Absolutisme van Lodewijk XIV

'De staat, dat ben ik'


> Adel 'verplicht' aan het hof Versailles

> Oorlogen voor macht, rijkdom en gebied

Slide 12 - Tekstslide

Het paleis van Versailles
Op de volgende pagina kun je het paleis bekijken

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Lodewijk XIV

Alle onderdanen moeten hetzelfde geloof hebben als de koning.

= Rooms-Katholiek


1. Iedereen denkt dan hetzelfde (geen tegenspraak)

2. Volk makkelijk te controleren

Slide 15 - Tekstslide

Lodewijk XIV

Gevolg


1685 Opheffing Edict van Nantes


> Hugenoten vluchten naar protestante landen / Republiek

Slide 16 - Tekstslide

Wat is absolutisme?

Slide 17 - Open vraag

Welke zin past het beste bij het begrip 'absolutisme'?
A
Lodewijk XIV hoefde aan niemand verantwoording af te leggen over zijn beslissingen.
B
Lodewijk XIV legde verantwoording over zijn beslissingen af aan zijn volk.

Slide 18 - Quizvraag

Waarom is Lodewijk XIV
een absoluut vorst?

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag
Maken opdrachten §1.2 ( 1 t/m 5)

Slide 20 - Tekstslide

Absolute vorsten rond de 17e eeuw.
Grootste religies in Europese gebieden
- Europa 2
018

Slide 21 - Tekstslide

Roemrijke revolutie in Engeland
Erg veel onrust en geweld tussen katholieken en protestanten. Koning Jacobus II (Rooms-Katholiek) niet populair bij het volk (vooral protestant)

Jacobus' dochter, Maria, was getrouwd met Nederlandse stadhouder Willem III van Oranje (protestants).

Slide 22 - Tekstslide

Glorious Revolution
Hoge adel vraag Willem III in te grijpen. Willem III grijpt de macht en hij wordt samen met Maria koning en koningin van Engeland.

Hij voert de Bill of Rights in (tegemoetkoming aan de adel); 
- De macht van de koning wordt beperkt --> toestemming van het parlement
- Onafhankelijke rechters; eerlijkere rechtspraak

Slide 23 - Tekstslide

Absoluut vorsten rond de 17e eeuw.
Grootste religies in Europese gebieden
- Europa 2
018

Slide 24 - Tekstslide

Soevereiniteit (hoogste macht) bij afzonderlijke gewesten

Gewesten werken samen in Staten-Generaal

Regenten besturen

Slide 25 - Tekstslide

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Staten-
Generaal
gaat over het leger en vloot
(militair)
gaat over het bestuur (politiek)

Slide 26 - Tekstslide

Machthebbers in Europa
Stadhouder
- Hoogste vertegenwoordiger van een gewest
- Leider leger en vloot
- invloed op benoemen regenten

1e Stadhouderloos tijdperk:1650-1672

Raadspensionaris
- Hoogste bestuurder van een gewest
- Onderhandelt met buitenlandse bestuurders


raadspensionaris Johan de Witt (1625-1672)

Slide 27 - Tekstslide

Machthebbers in Europa
  • 3 zeeoorlogen met Engeland --> Wilden de Nederlandse macht inperken

  • 3e zeeoorlog --> Lodewijk XIV van Frankrijk gaat samenwerken met Engeland (1672 rampjaar)

    --> Willem III verdreef Fransen en werd daarom weer stadhouder
opperbevelhebber van de vloot
Michiel de Ruyter (1607-1676)

Slide 28 - Tekstslide

In de Republiek:
A
Hadden de gewesten weinig te vertellen en was de Staten-Generaal erg machtig.
B
Nam de stadhouder alle belangrijke beslissingen en gaf de Staten-Generaal hem advies.
C
Waren de gewesten erg zelfstandig, maar namen ze sommige beslissingen samen in de Staten-Generaal.
D
Werden alle belangrijke beslissingen in de Statenvergaderingen van de gewesten genomen.

Slide 29 - Quizvraag

Lees de bron.
De mening van
Huygens is dat:
A
Frederik Hendrik een geode opvolger van Maruits is, want hij noemt Frederik Hendrik onoverwinnelijke schipper zonder weerga.
B
Frederik Hendrik een goede opvolger van Maurits is, want hij vindt Frederik Hendrik een sterke en besluitvaardige leider.
C
Frederik Hendrik een slechte opvolger van Maurits is, want hij zegt dat de schepen en wapens niets staan te doen.
D
Frederik Hendrik een slechte opvolger van Maurits is, want hij zegt dat Frederik Hendrik staat te dutten en voorkomt dat er wordt aangepakt.

Slide 30 - Quizvraag

Waar past onderstaand begrip het beste bij?
RAADSPENSIONARIS
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Republiek
D
Duitse steden

Slide 31 - Quizvraag

Waar past onderstaand begrip het beste bij?
STADHOUDER
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Republiek
D
Duitse steden

Slide 32 - Quizvraag

Waar past onderstaand begrip het beste bij?
GLORIOUS REVOLUTION
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Republiek
D
Duitse steden

Slide 33 - Quizvraag

Waar past onderstaand begrip het beste bij?
GODDELIJK RECHT
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Republiek
D
Duitse steden

Slide 34 - Quizvraag

Aan de slag
Maken opdrachten §1.2 ( afmaken)

Slide 35 - Tekstslide