werkwoorden

werkwoorden
de hoofdregels
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

werkwoorden
de hoofdregels

Slide 1 - Tekstslide

wat is juist?
A
Ik ben vorige week verhuist.
B
Ik ben vorige week verhuisd.

Slide 2 - Quizvraag

't ex-kofschip
stam is verhuizen
de z zit niet in het kofschip
dus geen t maar een d
Ik ben verhuisd.

Slide 3 - Tekstslide

wat is juist?
A
Word jij ook gek van die herrie?
B
Wordt jij ook gek van die herrie?

Slide 4 - Quizvraag

vul 'lopen' in en je hoort of er een t achter moet
Word Loop jij ook zo gek van die herrie? 

Slide 5 - Tekstslide

Hij zette de verbrand(d)e meubels bij het grofvuil.
A
verbrande meubels
B
verbrandde meubels

Slide 6 - Quizvraag

De verbrande meubels

dit lijkt een werkwoord/
voltooid deelwoord
maar eigenlijk is het een bijvoeglijk naamwoord

denk aan blauwe meubels
Een bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van een werkwoord schrijf je zo kort mogelijk:

de verbrande meubels
de verbreede weg
de verklede kinderen 

Slide 7 - Tekstslide

wat is juist?
Hij heeft de bestanden ...
A
gedeletet
B
gedeleted

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Zij ... vanwege het examen schrijven
A
strest
B
stresst

Slide 10 - Quizvraag

Zij ... een lieve jongen.
A
dated
B
datet

Slide 11 - Quizvraag