Klinisch redeneren

Klinisch redeneren

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Klinisch redeneren

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
  • Doornemen van stappen klinisch redeneren
  • Doorwerken van deze stappen aan de hand van twee verschillende casussen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is klinisch redeneren ook alweer?
Waarom gebruik je dit

Slide 3 - Woordweb

Klinisch redeneren

  1. Nadenken over professioneel handelen in de praktijk.
  2. Observaties en interpretaties koppelen aan medische en verpleegkundige kennis
  3. Duidelijkheid geven waarom bepaalde zorg word verleend
  4. Verbanden leggen


Slide 4 - Tekstslide

Klinisch redeneren in stappen (Marc Bakker)
  1. Orrientatie op de situatie
  2. Klinische probleemstelling
  3. Aanvullend klinisch onderzoek
  4. Klinisch beleid
  5. Klinisch verloop
  6. Nabeschouwing


Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Lees casus 1 door.
Werk in willekeurige groepjes de casus uit aan de hand van de stappen van bakker. 
Per stap mag je ook zelf waarden toevoegen. Bijvoorbeeld meetwaarden, uitslagen enz.

Slide 6 - Tekstslide

Stap 1: Orrientatie op de situatie

Slide 7 - Open vraag

Stap 2: klinische probleemstelling

Slide 8 - Open vraag

Stap 3: aanvullend klinisch onderzoek

Slide 9 - Open vraag

EMV of Glasgow coma score

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Vraag
Dhr. zijn bloeddruk is nu niet sterk afwijkend, maar je houdt dit graag in de gaten. 
Je besluit daarom om na 5 minuten nog eens de bloeddruk en de polsfrequentie te meten. 
Die zijn als volgt: 141/79 en een polsfrequentie van 79. Wat vind je daarvan?

Slide 12 - Tekstslide

Stap 4: Klinisch beleid

Slide 13 - Open vraag

Gegeven klinisch beleid
Je belt de arts om bovenstaand te overleggen. Hij deelt mee dat hij direct een CT onderzoek aan zal vragen en de patiënt over een kwartier op de röntgenafdeling moet zijn, in zijn bed. Daarnaast vraagt hij je om over 5 minuten nog eenmaal zijn bloeddruk te meten. Wanneer die lager is dan zijn normale bloeddruk, moet je hem weer bellen.

Slide 14 - Tekstslide

Stap 5: klinisch verloop

Slide 15 - Open vraag

Stap 6: nabeschouwing. Wat is er goed gegaan en wat kon er beter? Wat heb je ervan geleerd en kun je meenemen voor een volgende keer?

Slide 16 - Open vraag

Alles besproken?
  • Doornemen van stappen klinisch redeneren
  • Doorwerken van deze stappen aan de hand van  twee verschillende casussen. 

Zelfstandig uitwerken: eigen casus

Slide 17 - Tekstslide