Leerdoel: ik kan uitleggen wat we bedoelen met huisnijverheid en de uitvindingen noemen die dit stimuleerden.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Leerdoel: ik kan uitleggen wat we bedoelen met huisnijverheid en de uitvindingen noemen die dit stimuleerden.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Huisnijverheid
De meeste mensen werkten nog als boer, in de nieuwe steden vond je nijverheid en handel.
Vanaf de 17e eeuw gingen boeren ook aan nijverheid doen, vooral de textielnijverheid. In hun vrije tijd werkten ze aan spinnen en weven in de boerderij. => dit noemen we huisnijverheid, boeren kregen grondstoffen van handelaren uit de stad, zij verwerkten die tot een product dat weer in de stad werd verkocht.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wevers en spinners
Textienijverheid: spinnen en weven, maar arbeid en tijdsintensief.
Gevolg: 1733 John Kay vond de schietspoel uit. Daarmee kon een wever de spoel sneller door de schering schieten en bredere stoffen weven.
Probleem spinnen kon hoeveelheid voor wevers niet leveren. Gevolg: James Hargreaves vond de spinning jenny uit. Snel veel klossen draad op 1 machine spinnen.
Slide 5 - Tekstslide
De huisnijverheid bleef ondanks de schietspoel en de spinning jenny bestaan. In de boerderij konden deze machines gewoon staan en gebruikt worden. Er kwam nu alleen meer, beter garen en meer stoffen. De boeren bleven leven en werken zoals ze altijd al gedaan hadden.
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoel
Leerdoel: ik kan uitleggen door welke uitvindingen de overgang van huisnijverheid naar het werken in fabrieken plaatsvond.
Slide 7 - Tekstslide
Ontwikkeling van uitvindingen die de industriële revolutie bevorderden
Waterframe van Arkwright, vanuit buiten de fabriek dreef een waterwiel machines aan.
Slide 8 - Tekstslide
Van spierkracht naar waterkracht en uiteindelijk stoomkracht.
In Engeland betere en snellere machines ontwikkeld.
Richard Arkwright: waterframe, sneller en meer draad spinnen. Enige nadeel is dat je wel voldoende water voor het waterwiel moet hebben.
Een rivier, de machine was groot en duur=> een einde aan de thuisnijverheid.
De fabriek ontstond nu, waar veel mensen aan het werk waren aan machines.
Slide 9 - Tekstslide
Stoomkracht
Probleem waterframe: nam veel plaats in, bij weinig water geen werk.
James Watt kwam met de stoommachine => zo konden mijnen met waterpompen dieper boren en meer eruit halen.
Fabrieken met stoommachines konden overal gebouwd worden.
Fabrieken kwamen in de stad=> arbeiders dicht bij fabriek, scheelt tijd en energie om er te komen.
Slide 10 - Tekstslide
Welk gevolg voor de huisnijverheid had het waterframe?
A
De machines hadden veel water nodig.
B
Het waterframe was te groot en te duur om in de boerderij te passen en daardoor verdween de huisnijverheid.
C
De huisnijverheid verdween pas door de komst van de stoommachine.
D
Het waterframe zorgde voor extra inkomsten omdat de boeren nu niet meer zelf hoefden te spinnen.