In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Wat is geschiedenis
Slide 1 - Tekstslide
In deze les:
- Leer je wat geschiedenis is.
- oefen je met de vaardigheden
Slide 2 - Tekstslide
Maak vragen van de leerdoelen en beantwoord de vragen m.b.v. de tekst in je boek (huiswerk vorige les)
1 Je kunt het verschil tussen het verleden en de geschiedenis uitleggen.
2 Je weet met welke zaken je rekening moet houden als je bronnen gebruikt.
3 Je kent de namen en de jaartallen van de vijf historische periodes en de tien tijdvakken.
4 Je kunt met voorbeelden uitleggen wat wordt bedoeld met gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en kenmerkende aspecten.
5 Je begrijpt waarom geschiedenis relevant is voor jou en voor de samenleving waarvan je deel uitmaakt.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen het verleden en de geschiedenis?
Slide 4 - Open vraag
Het verleden is datgene wat gebeurd is, dat komt niet meer terug, daar waren we niet bij kunnen we niet aanraken etc. Geschiedenis bestudeert het verleden aan de hand van bronnen om je zo een beeld te vormen van het verleden.
Wat is het verschil tussen het verleden en de geschiedenis?
Slide 5 - Tekstslide
Waar moet ik rekening mee houden als ik bronnen gebruik?
Slide 6 - Open vraag
Als je een bron gebruikt moet je altijd bedenken hoe betrouwbaar die bron is. Wat was het doel van de maker / schrijver. Is het een objectieve of subjectieve bron? Het beoordelen van bronnen is een historische vaardigheid.
Waar moet ik rekening mee houden als ik bronnen gebruik?
Slide 7 - Tekstslide
Aan de slag:
Maak in tweetallen opdr. 1 en 2
Slide 8 - Tekstslide
Wat wordt er bedoeld met gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en kenmerkende aspecten?
Slide 9 - Open vraag
gebeurtenis: een vast moment
ontwikkeling: een serie gebeurtenissen die een langere tijd beslaat en waardoor er iets verandert
verschijnselen: zaken die je door de tijd terug ziet komen of juist specifiek bij een tijdvak horen
kenmerkende aspecten: gebeurtenissen, ontwikkelingen en verschijnselen die kenmerkend zijn voor een tijdvak.
Wat wordt er bedoeld met gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en kenmerkende aspecten?
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag:
Maak in tweetallen opdr.7
Slide 11 - Tekstslide
Waarom is geschiedenis relevant voor mij en voor de samenleving waar ik deel van uitmaak?
Slide 12 - Open vraag
Geschiedenis is relevant omdat jij door het bestuderen van het verleden vaardigheden aanleert om kritisch te kijken naar verschijnselen en weet waar dingen vandaan komen.
Je leert relaties te leggen tussen heden, verleden en toekomst. Geschiedenis laat je nadenken over moraal, waarom vind je wat je vindt?
Waarom is geschiedenis relevant voor mij en voor de samenleving waar ik deel van uitmaak?
Slide 13 - Tekstslide
Huiswerk
Lees: blz 12 en 13: Oriëntatie jagers en boeren
Maak: opdr 1 t/m 4a van de Opdrachten Oriëntatie blz 16/17