LB-WW Basis Deel 3 - H4 - Mensbeelden - Les 4

[Aandachtsrichter]
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

[Aandachtsrichter]

Slide 1 - Tekstslide

Hfdst 4 Mensbeelden
Les 4

Slide 2 - Tekstslide

Deze les werken we aan:
  • nakijken weektaak
  • afronden alle LVB-opdrachten P3
  • leren voor SO Mensbeelden (Week 13, vrijdag 19 maart) (flashcards, samenvatting, oefentoets, mindmap etc)
Klaar? 
Laat je werk controleren en doe een voorstel. 


Slide 3 - Tekstslide

Iets uit de actualiteit: 

Slide 4 - Tekstslide

Weektaak: 
Leerwerk: lezen p.81-89 + leren voor SO Hfdst 4
Maakwerk: opdr. 13 t/m 25 + Hfdst 4 OEFENTOETS (zie Bronnen)
LVB: LVB-Opdracht 3.3 Wie is de mens? en 3.4 Ervaringsdeskundige afronden

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 13, p. 81 
Schaamte ('geestelijk') brengt onmiddellijk een lichamelijke uiting met zich. Vergelijk de uitdrukking: 'met het schaamrood op de kaken.' 

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 14, p. 82 
1. Boosheid - Spieren spannen zich, wit wegtrekken of juist rood worden, verhoogde hartslag, transpireren.

2. Verdriet - Huilen, tranen, ineenkrimpen, eetlust verdwijnt.
3. Blijdschap - Lachen, opgewonden gevoel en energie komt vrij, spanning verdwijnt 
4. Schaamte (bijvoorbeeld iemand voelt zich betrapt op een leugen) - Rood kleuren, verlamd gevoel. 


Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 15, p. 82  
Een toets kun je beter aan als je lichamelijk fit bent. Het omgekeerde is ook waar: als je een virus hebt opgelopen, zwaar verkouden bent, pijn hebt, gaat dit ten koste van de prestaties. 

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 16, p. 83  
De uitdrukking suggereert teveel. Neuronenverbindingen kun je niet zomaar doorknippen. Onze gedachten en gedragingen hebben een lichamelijke component in onze hersenen zou je kunnen zeggen. Je bovenkamer is niet een prullenmand die je kunt leegschudden.

Voor wat de verwarrende metafoor van de computer (voor het menselijk verstand) betreft, kan verder worden opgemerkt dat je in onze hersenen geen hardware en software kunt onderscheiden. Het 'hardware-aspect' in onze hersenen verandert ook voortdurend, bij een computer is dat niet het geval. Ook is de vergelijking gebrekkig omdat mensen zich bewust zijn van hun eigen bestaan in tegenstelling tot de beste computer. 

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 17, p. 83 
Het karakter van iemand verander je niet door een persoon één keer iets goed uit te leggen. Karaktervorming en karakterverandering vraagt veel tijd en inspanning. Recent hersenonderzoek maakt duidelijk dat dit samenhangt met gevormde en te veranderen hersenstructuren. Er moeten door oefenen nieuwe verbindingen worden gemaakt. Vergelijk (uit een andere voorbeeldsfeer) de noodzaak van juist langdurige tbs-behandeling.  

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 18, p. 84  
De mens is van nature goed en vreedzaam volgens Rousseau. Doordat mensen dicht opeen leefden (er een maatschappij ontstond) werden ze gedwongen tot samenwerking. Daardoor ontstond uitbuiting en vierde na verloop van tijd egoïsme hoogtij. Dit gedrag namen anderen over. 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 19a, p. 85 
De vraag kan gesteld worden: lijkt je eigen opvoeding daarmee op de opvoeding die Rousseau voorstond?  

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 19b, p. 85 
Kun je misschien ook iets positiefs van anderen opsteken? Kan een ander een inspirerend voorbeeld zijn van menswaardig handelen? 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 19c, p. 85 
Eigen antwoord, let op: geef argumenten!  

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 20ab, p. 86 
a) De tekening links maakt duidelijk dat mensen elkaar letterlijk de hersens zouden inslaan als er geen sterke overheid (politie etc.) zou zijn. Let op: de regeringsstoel is leeg.


b) De tekening rechts maakt duidelijk dat er vrede kan worden afgedwongen tussen mensen bij een sterke overheid. De regeringsstoel is nu bezet.  

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 21abc, p. 86  
a) Eigen mening, let op: onderbouw / geef aan waarom je het vindt.

b) Zou er nog wel iets van onderwijs terechtkomen? Zou niet snel het recht van de sterkste allesoverheersend worden? Zouden er harddrugs verkocht worden? Bendes ontstaan? Afrekeningen tussen leerlingenbendes?
Vergelijk Wijs Worden Basis deel 2, hoofdstuk 2 over straf: ‘Zou er nog iets van leren terechtkomen zonder regels en straf?’ luidde toen de vraag.) Òf zou het zo'n vaart niet lopen? Hebben leerlingen ook een eigen verantwoordelijkheid? Kan die eigen verantwoordelijkheid niet gestimuleerd worden?
c) Het hoofdstuk over straf uit deel 2 van Wijs Worden Basis geeft onder meer een overzicht van de doelen van straf. In onze tijd krijgt resocialiseren veel meer aandacht dan in de tijd van Hobbes.  


Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 22, p. 86  
Een mens is voor een ander als een wolf, vraatzuchtig, agressief etc. Het drukt de visie van Hebbes op de mens uit want volgens Hobbes staan de mensen elkaar naar het leven.

Hobbes wist mogelijk niet dat een groep wolven goed samenwerkt om te overleven. Ook de vraag of dat wolven werkelijk zo kwaadaardig zijn - als in het sprookje van Roodkapje bijvoorbeeld -, laten we verder buiten beschouwing. 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 23, p. 87  
Mensen zijn niet in staat om zichzelf in toom te houden, hun hebzucht en machtswellust te beheersen. Dan moet er dus een macht van buitenaf of van bovenaf ingrijpen om de samenleving leefbaar te houden. Het concept van de strenge overheid gaat dus hand in hand met het anti­ sociale mensbeeld dat Hebbes hanteert. Alleen een strenge overheid zal de machtswellustelingen die mensen voorondersteld worden te zijn, in toom kunnen houden. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 24, p. 87  
Rousseau beschouwde de mens weliswaar als niet-sociaal maar wel als vredelievend. Een sterke overheid heeft de mens daarom niet nodig. Rousseau wees een sterke staat ook daadwerkelijk af.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 25a, p. 88  
Bij de geboorte krijgt de mens geen kennis, inzicht of ervaring mee. Er is nog niets 'beschreven'. De uitdrukking is ontleend aan de filosoof john Locke (1632-1704) die stelde dat ieder mens geboren wordt als een 'tabula rasa', een onbeschreven blad. Een mens begint met een leeg verstand. Ervaringen en indrukken zullen het hoofd vullen (het blad beschrijven). De bron van al onze kennis ligt in de ervaring en in ons nadenken daarover. Pas zo vormen we ideeën over de werkelijkheid. 

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 25b, p. 88 
Bij de nurture-positie. Het is de opvoeding en de leefomgeving die iemand tot een goed of slecht (agressief, hebzuchtig etc.) mens maken. 

Maar nature positie kan ook bij Rousseau: want van nature is de mens goed. 

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 25c, p. 88 
De mens is van nature hebzuchtig, maakt aanspraak op alles. Door streng optreden kun je deze karaktereigenschappen onderdrukken, maar ze verdwijnen er niet door. 

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 25d 1/2, p. 88
Beide standpunten kunnen goed samen gaan: zowel erfelijke aanleg als de invloed van de opvoeding en omgeving kunnen redelijkerwijze niet ontkend worden.

Zo zijn allerlei gelukkige en ongelukkige combinaties mogelijk. Bijvoorbeeld:
1. Een (aangeboren) scherp verstand in combinatie met stimulans om te gaan studeren vanuit de opvoeding. Maar wat als het scherp verstand samengaat met een leven in een krottenwijk in Afrika?
2. Een (aangeboren) agressief karakter in combinatie met een omgeving waar geweld aan de orde van de dag is. Maar wat als het agressief karakter zou opgroeien in een beschermde omgeving waar men meer oog heeft voor de kans op ontsporingen?








Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 25d 2/2, p. 88
Voor welke positie valt het meest te zeggen? Feitelijk zou onderzoek gedaan moeten worden met opties als:
personen met identieke genen die opgroeien in verschillende omgevingen
personen met verschillende genen die opgroeien in precies dezelfde omgeving
Dit soort experimenten zijn wetenschappelijk èn moreel heel lastig of verwerpelijk.
In het nature-nurture debat gaat het dan ook vaak welke standpunt de nadruk heeft. Is het uiteindelijk voor nature of juist nurture? Natuur of aangeleerd? Wat vindt jij?







Slide 24 - Tekstslide

LVB voortgang
Is aan alle LVB-opdrachten van deze periode gewerkt? 
Na TW3 moeten alle LVB-opdrachten uit P3 afgerond zijn

Slide 25 - Tekstslide

Nieuw onderwerp!

Slide 26 - Tekstslide

Weektaak: 
Zorg dat je goed uitgerust en fit de toetsweek in gaat. 

(geen weektaak voor levensbeschouwing; tenzij je inhaalwerk hebt)

Slide 27 - Tekstslide