Nederlands herhaling fictie perron 1 vkm1

Nederlands herhaling fictie perron 1 vkm1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Nederlands herhaling fictie perron 1 vkm1

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
Aan het eind van de les heeft de leerling geoefend met...
- het begrip fictie
- het vinden van een hoofdpersoon, bijpersoon en achtergrondpersoon
- het koppelen van de verschillende genres aan de pictogrammen.
- het verschil tussen realistisch en niet-realistisch.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je zelf al over de onderwerpen uit perron 1?

Slide 3 - Open vraag

Wat is fictie?

Slide 4 - Open vraag

Wat is fictie?
Fictie betekent verzonnen. Een schrijver heeft een verhaal bedacht. De personen uit het verhaal bestaan niet echt en de gebeurtenissen in het verhaal zijn niet echt gebeurd.

Slide 5 - Tekstslide

Leg duidelijk uit wat het verschil is tussen een realistisch en niet realistisch.

Slide 6 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een niet realistisch verhaal.

Slide 7 - Woordweb

Verhaalsoorten
Een verhaalsoort noem je ook wel een genre.

Elke verhaalsoort heeft zijn eigen kenmerken.

In de bibliotheek kun je goed zien bij welke verhaalsoort een boek hoort. Dat zie je aan het pictogram op de rug.

Slide 8 - Tekstslide

Griezel
Historisch
Liefde
Detective
Western

Slide 9 - Sleepvraag

Hoofdpersoon
- Je weet wat hij denkt, doet en voelt.
- Je beleeft het verhaal (grotendeels) vanuit de hoofdpersoon
- De hoofdpersoon heeft een probleem of opdracht
- Doel: het probleem oplossen of de opdracht volbrengen.

Slide 10 - Tekstslide

Bijpersonen
- helper of tegenstander
- je leert bijpersonen oppervlakkig kennen
- De rol van helper/tegenstander kan wisselen in het verhaal
- Ze zijn wel belangrijk voor het verhaal.

Slide 11 - Tekstslide

Achtergrondpersonen
helper of tegenstander
je leert bijpersonen oppervlakkig kennen
De rol van helper/tegenstander kan wisselen in het verhaal
Ze zijn wel belangrijk voor het verhaal.

Slide 12 - Tekstslide

De Schaduw in het Museum

Slide 13 - Tekstslide

Wie was de hoofdpersoon in dit verhaal?

Slide 14 - Open vraag

Wie waren de bijpersonen in dit verhaal? Het zijn er 2.

Slide 15 - Open vraag

Benoem één van de achtergrondpersonen

Slide 16 - Open vraag

klaar met de herhaling van perron 1.


Post-it: Schrijf voor jezelf op wat je vragen zijn over de onderwerpen van dit perron. Deze behandelen we na de vakantie (5 min).
Extra: maken zelftest perron 1
Succes met leren!!!!!

Slide 17 - Tekstslide