Station lezen fictie VBK perron 3

Lezen, fictie BK1 perron 3 De Rooi Pannen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1,3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Lezen, fictie BK1 perron 3 De Rooi Pannen

Slide 1 - Tekstslide

opdrachten uit het boek

blz. 30
 opdr. 1

Slide 2 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
Lezen: uitleg op blz. 31
Schrijf onder de uitleg kort de kenmerken van een hier-en-nu verhaal

maken: blz. 30 - 31
                  opdr. 2 - 3 - 4

Slide 3 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
We lezen samen de tekst op blz. 32
Jullie maken zelfstandig: blz. 32
                                                   opdr. 5

Slide 4 - Tekstslide

personen
In een verhaal komen verschillende personen voor:
             1. de hoofdpersoon
2. bijpersoon
                      3. achtergrondpersoon

Lees er wat meer over op blz. 33

Slide 5 - Tekstslide

HOOFDPERSOON
- Je weet wat hij denkt, doet en voelt.
- Je beleeft het verhaal (grotendeels) vanuit de hoofdpersoon
- De hoofdpersoon heeft een probleem of opdracht
- Doel: het probleem oplossen of de opdracht volbrengen.

Slide 6 - Tekstslide

BIJPERSONEN
  • helper of tegenstander
  • je leert bijpersonen oppervlakkig kennen
  • De rol van helper/tegenstander kan wisselen in het verhaal
  • Ze zijn wel belangrijk voor het verhaal.

Slide 7 - Tekstslide

ACHTERGRONDPERSOON
Deze groep is bedoeld als opvulling.
Soms hebben ze een naam maar meestal niet.
Ze hebben geen rol in het verhaal

Slide 8 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
maken: blz. 33 - 34 - 35
opdr. 6 - 7 - 8 - 9 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wie is familie van de
hoofdpersonen?
A
Lambik
B
Jerom
C
Suske & Wiske
D
tante Sidonia

Slide 11 - Quizvraag

Wie zijn de hoofdpersonen?
A
Lambik
B
Jerom
C
Suske & Wiske
D
tante Sidonia

Slide 12 - Quizvraag

In een verhaal heb je vaak meer bijpersonen dan hoofdpersonen.
A
niet waar
B
waar

Slide 13 - Quizvraag

Bijpersonen spelen een grotere rol in het boek dan hoofdpersonen.
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Katniss Everdeen is een bijpersoon in de Hungergames
A
Nee, zij is de hoofdpersoon
B
Ja, dit klopt
C
Nee, want zij speelt alleen in de eerste film

Slide 15 - Quizvraag

Achtergrondpersonen zijn bedoeld als 'opvulling'.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 16 - Quizvraag

We kunnen de personen in een verhaal indelen in de volgende drie groepen:
A
Hoofdpersonen, bijpersonen, achtergrondpersonen
B
Hoofdpersonen, personages, bijpersonen
C
Hoofdpersonen, bijpersonen, opvullingpersonen

Slide 17 - Quizvraag

Het uiterlijk
Met het uiterlijk bedoelen we hoe iemand eruit ziet, dus wat je kunt zien.

Bij Harry Potter is dat bijvoorbeeld: Hij heeft bruin haar, een bril, een witte blouse en een stropdas.

Slide 18 - Tekstslide

Het innerlijk
Met het innerlijk bedoelen we hoe iemand is; wat denkt en voelt hij, is hij aardig of gemeen?

Bij Harry Potter is dat bijvoorbeeld: hij is aardig en dapper.

Slide 19 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
maken: blz. 36 - 37
opdr. 10 - 11 - 12

Slide 20 - Tekstslide

Je karakter zegt iets over je...
A
uiterlijk
B
innerlijk
C
uiterlijk en innerlijk

Slide 21 - Quizvraag

Een personage kan een uiterlijk én een innerlijk hebben.
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Het verhaal gaat over Charlotte. Charlotte is heel zorgzaam, houdt van dieren en is gek op pizza.
A
Uiterlijk
B
Innerlijk

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

opdrachten uit het boek
We lezen samen het verhaal op blz. 38

Daarna maken we samen opdr. 13


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

opdrachten uit het boek
We lezen samen het verhaal op blz. 39

Daarna maken we samen opdr. 14

Lees zelf de uitleg op blz. 40 en maak daarna opdr. 16

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

opdrachten uit het boek
maken: blz. 41 - 42 - 43 
opdr. 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 23

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Wat kun je vertellen over het uiterlijk van de man met de auto?

Slide 32 - Woordweb

Wat kun je vertellen over het innerlijk van de man met de auto

Slide 33 - Woordweb

Einde van perron 3

Slide 34 - Tekstslide