Bestellen

Planning
Begrippen en formules
Opdrachten maken en bespreken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning
Begrippen en formules
Opdrachten maken en bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Wie moet er wel is wat bestellen op stage en hoe gaat dat dan?

Slide 2 - Tekstslide

Bestelgrootte



Optimale bestelgrootte
Bestelkosten
Voorraadkosten

Slide 3 - Tekstslide

Bestelfrequentie
Bestelfrequentie is het aantal keren dat in een periode een bestelling wordt gedaan
Totale verkopen per periode/ bestelgrootte

Slide 4 - Tekstslide

Omzetsnelheid
Hoe vaak de gemiddelde voorraad van een artikel in een jaar wordt verkocht

2 formules voor: De een gericht op stuks de ander gericht op geld
Doorrekenen naar aantal dagen



Slide 5 - Tekstslide

Omzetsnelheid
Omrekenen naar dagen gaat als volgt:
(360 of 52 of 12) / omzetsnelheid

Slide 6 - Tekstslide

Omzetsnelheid stuks
Omzetsnelheid van voorraad =  afzet/gemiddelde voorraad
Gemiddelde voorraad = 0,5 x aantal artikelen per levering + veiligheidsvoorraad
Een groothandel in koffiepads verkoopt per jaar 480.000 stuks. Ze kopen per keer 40.000 stuks in en de veiligheidsvoorraad is 7.000 stuks. Wat is de omzetsnelheid van deze pads? 

Slide 7 - Tekstslide

Antwoord
De gemiddelde voorraad = 0,5 x aantal artikelen per levering + veiligheidsvoorraad
0,5 x 40.000 + 7000 = 27.000
omzetsnelheid van de voorraad = afzet/ gemiddelde voorraad
480.000/27000= 17,8 zo vaak wordt de gemiddelde voorraad per jaar verkocht.
360dagen / 17,8 = 20,2 dagen

Slide 8 - Tekstslide

Omzetsnelheid geld
Omzetsnelheid van voorraad= inkoopwaarde van de omzet/inkoopwaarde van de gemiddelde voorraad

Een koffiemerk verkoopt per jaar 10.500 pakken koffie. De omzet is in dat jaar is €41.500. De brutowinst is 25% van de omzet. De gemiddelde voorraad is 280 stuks. 
Wat is de omzetsnelheid

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord
Omzetsnelheid van voorraad= inkoopwaarde van de omzet/inkoopwaarde van de gemiddelde voorraad
inkoopwaarde van de omzet = 75% van €41.500 = €31.125
Inkoopwaarde van 1 pak = 31.125/10.500 = 2,96
Inkoopwaarde van de gemiddelde voorraad = 2,96x280=830
Omzetsnelheid 31.125/830 = 37,5 aantal keer per jaar voorraad volledig verkocht
360/37,5 = 9,6 dagen

Slide 10 - Tekstslide

Bestelmoment

Wanneer bestel je?
Bestelniveau = is de voorraadgrootte waarbij het bedrijf een bestelling moet plaatsen om te zorgen dat de voorraad niet onder de minimumvoorraad komt

minimumvoorraad= afzet x levertijd
Bestelniveau = minimumvoorraad + veiligheidsvoorraad 

Slide 11 - Tekstslide

Bestelsystemen
4 verschillende systemen
BQ: variabel tijdstip, vaste bestelgrootte 
BS: variabel tijdstip, variabele bestelgrootte
sQ: vast tijdstip, vaste bestelgrootte
sS: vast tijdstip, variabele bestelgrootte
Djamila bestelt elke maandag dozen bij een leverancier. Het aantal dozen kan verschillen. Welk bestelsysteem gebruikt zij? 

Slide 12 - Tekstslide

Bestelmethoden
Via vertegenwoordiger 
Bestelformulier
Telefonisch bestellen
Geautomatiseerd bestellen
Via een webshop
Via scanner
Via ERP

Slide 13 - Tekstslide

Kennisvragen 1+2 en 4 t/m 10

Slide 14 - Tekstslide

Verwerkingsvragen 3 t/m 8

Slide 15 - Tekstslide