kader 2 H4 herhalen
1 / 18
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
wat is automatisering?
A
machines nemen het zware werk over
B
computers sturen de productie aan
C
hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in bepaalde tijd
Slide 2 - Quizvraag
mechanisatie of automatisering?
A
mechanisatie
B
automatisering
C
beide
Slide 3 - Quizvraag
tot welke productiesector behoort
een kledingwinkel of reisbureau?
een kledingwinkel of reisbureau?
A
agrarische bedrijven
B
industriële bedrijven
C
dienstverlenende bedrijven
Slide 4 - Quizvraag
welke productiefactor?
de mensen aan de lopende band die een auto in elkaar zetten
de mensen aan de lopende band die een auto in elkaar zetten
A
natuur
B
arbeid
C
kapitaal
D
winst
Slide 5 - Quizvraag
Wat is arbeidsproductiviteit?
A
Computers nemen de productie over
B
hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in bepaalde tijd
C
machines nemen het zware werk over van mensen
Slide 6 - Quizvraag
Waardoor stijgt de arbeidsproductiviteit?
A
Mechanisatie
B
Automatisering
C
Beide
Slide 7 - Quizvraag
hoe heet dit?
A
productiefactor
B
toegevoegde waarde
C
bedrijfskolom
D
productiesector
Slide 8 - Quizvraag
wat is afschrijving
A
het kopen van kapitaalgoederen
B
het maken van goederen en diensten
C
hoeveel een product telkens meer waard wordt doordat een bedrijf het product bewerkt
D
de jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed
Slide 9 - Quizvraag
welke productiefactor?
de robots die een auto maken
de robots die een auto maken
A
natuur
B
arbeid
C
kapitaal
D
winst
Slide 10 - Quizvraag
wat zijn geen concurrenten
A
AH en Jumbo
B
Samsung en BMW
C
bedrijven die dezelfde soort producten verkopen
D
Feyenoord en ajax
Slide 11 - Quizvraag
tot welke productiesector behoort:
een melkveebedrijf of mijnbouwbedrijf
een melkveebedrijf of mijnbouwbedrijf
A
agrarische bedrijven
B
industriële bedrijven
C
dienstverlenende bedrijven
Slide 12 - Quizvraag
mechanisatie of automatisering?
A
mechanisatie
B
automatisering
C
beide
Slide 13 - Quizvraag
wat is investeren
A
het kopen van kapitaalgoederen
B
het maken van goederen en diensten
C
hoeveel een product telkens meer waard wordt doordat een bedrijf het product bewerkt
D
de jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed
Slide 14 - Quizvraag
wat is toegevoegde waarde
A
het kopen van kapitaalgoederen
B
het maken van goederen en diensten
C
hoeveel een product telkens meer waard wordt doordat een bedrijf het product bewerkt
D
de jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed
Slide 15 - Quizvraag
tot welke productiesector behoort
een autoproducent of bouwbedrijf?
een autoproducent of bouwbedrijf?
A
agrarische bedrijven
B
industriële bedrijven
C
dienstverlenende bedrijven
Slide 16 - Quizvraag
wat is produceren
A
het kopen van kapitaalgoederen
B
het maken van goederen en diensten
C
hoeveel een product telkens meer waard wordt doordat een bedrijf het product bewerkt
D
de jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed
Slide 17 - Quizvraag
welke productiefactor?
Het staal waar een auto van gemaakt wordt
Het staal waar een auto van gemaakt wordt
A
natuur
B
arbeid
C
kapitaal
D
winst
