Doen: Schrijf ten minste vijf zelfstandig naamwoorden op die je al hebt geleerd en die je kunt terugzien op de foto. Schrijf ook het goede lidwoord op!
Met wie? Alleen werken
Tijd: 2 minuten
Hulpmiddelen: Kennis die je al hebt
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Doen: Schrijf ten minste vijf zelfstandig naamwoorden op die je al hebt geleerd en die je kunt terugzien op de foto. Schrijf ook het goede lidwoord op!
Met wie? Alleen werken
Tijd: 2 minuten
Hulpmiddelen: Kennis die je al hebt
Slide 1 - Tekstslide
Lernziele
Je kunt het geslacht van zelfstandige naamwoorden bepalen.
Je kunt de bepaalde als ook de onbepaalde lidwoorden toepassen.
Je kunt informaties uithalen over de persoonlijke gegevens van de mensen uit de tekst 'Brieffreunde gesucht!'.
Slide 2 - Tekstslide
Het bepaalde lidwoord
Nederlands:
enkelvoud = de / het
meervoud = de
Duits:
enkelvoud: der / die / das
meervoud: die
Slide 3 - Tekstslide
Het bepaalde lidwoord
der -> mannelijk
die -> vrouwelijk
das -> onzijdig
Slide 4 - Tekstslide
Het bepaalde lidwoord
Mannelijke personen en dieren:
der Mann, der Opa, der Stier, der Niederländer
Vrouwelijke personen en dieren:
die Frau, die Oma, die Kuh, die Niederländerin
De meeste zaaknamen (dingen) die eindigen op -e:
die Adresse, die Toilette, die Schule, die Lampe
Slide 5 - Tekstslide
Het bepaalde lidwoord
Veel het-woorden in het Nederlands zijn in het Duits das-woorden:
das Pferd, das Fenster, das Lied, das Spiel, das Mädchen, das Kind
het paard, het raam, het lied, het spel, het meisje, het kind
Slide 6 - Tekstslide
bepaald lidwoord, 1e naamval
Der Mann ist müde.
Die Frau kennt Peter.
Das Lied ist schön.
Die Leute sind motiviert.
persoonlijk voornaamwoord, 1e naamval
Er ist müde.
Sie kennt Peter.
Es ist schön.
Sie sind motiviert.
Slide 7 - Tekstslide
bepaald lidwoord, 1e naamval
Der Mann ist müde.
Die Frau kennt Peter.
Das Lied ist schön.
Die Leute sind motiviert.
persoonlijk voornaamwoord, 1e naamval
Er ist müde.
Sie kennt Peter.
Es ist schön.
Sie sind motiviert.
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht
Doen: Arbeitsbuch, Seite 35, Aufgaben 42+43
Tijd: 10 Minuten
Met wie? Je mag fluisteren en overleggen met je buurman/buurvrouw
Hulp: Lernliste von Kapitel 1
Klaar? Lees al de tekst op blz. 17 in het tekstboek een paar keer goed door en probeer te begrijpen waarover het gaat.
timer
10:00
Slide 9 - Tekstslide
Het onbepaalde lidwoord + geen
Nederlands: een / geen
--> de man, een man, geen man
--> de vrouw, een vrouw, geen vrouw
--> het lied, een lied, geen lied
--> het meisje, een meisje, geen meisje
Duits: ein/e, kein/e
Slide 10 - Tekstslide
mannelijk, onzijdig
der Mann
-> ein Mann / kein Mann
das Fenster
-> ein Fenster / kein Fenster
vrouwelijk, meervoud
Slide 11 - Tekstslide
mannelijk, onzijdig
der Mann
-> ein Mann / kein Mann
das Fenster
-> ein Fenster / kein Fenster
vrouwelijk, meervoud
die Frau
-> eine Frau / keine Frau
die Menschen
-> keine Menschen
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht
Doen: Ga nog eens langs de opdrachten 42 en 43. Vul voor elk zelfstandig naamwoord "ein/e" en "kein/e" in.
Voorbeeld:
1. das Buch -> ein Buch / kein Buch
2. die Kiste -> ...
Tijd: 5 Minuten
Klaar? Lees al de tekst op blz. 17 in het tekstboek een paar keer goed door en probeer te begrijpen waarover het gaat.
timer
5:00
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht
Doen: Arbeitsbuch, Seite 33-34, Aufgabe 40 a-d
Tijd: 12 Minuten
Met wie? Alleen -> Stiltewerk
Hulp: Tekst blz. 17, Lernliste in het werkboek
Klaar? Zoek in de tekst nog andere zelfstandig naamwoorden en probeer het geslacht en dus het goede lidwoord te bepalen!
timer
12:00
Slide 14 - Tekstslide
Heute...
hast du die bestimmten Artikel (der/die/das/die) gelernt.
hast du die unbestimmten Artikel (ein-e/kein-e) gelernt.
hast du das Leseverstehen geübt.
Slide 15 - Tekstslide
Huiswerk
Werkboek, blz. 34, opdracht 41
Werkboek, blz. 36, opdracht 44
Niet in het boek onderstrepen! De woorden schrijf je over in je schrift.