tekstverbanden en signaalwoorden 2mhv

Tekstverbanden
We kennen al het :
- chronologisch verband
- opsommend verband
- tegenstellend verband
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tekstverbanden
We kennen al het :
- chronologisch verband
- opsommend verband
- tegenstellend verband

Slide 1 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een chronologisch verband.

Slide 2 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een opsommend verband.

Slide 3 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een tegenstellend verband.

Slide 4 - Open vraag

signaalwoorden

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Een toelichtend verband geeft aan dat er extra informatie over een onderwerp volgt.

Signaalwoorden kunnen zijn:
- bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou..

Zo is daar bijvoorbeeld een dier zoals de vos.
Neem nou het bos, daar stikt het van de dieren. Denk aan vossen, herten en eksters.

Slide 7 - Tekstslide

Een voorwaardelijk verband geeft aan onder welke voorwaarde  iets gebeurt.

Signaalwoorden zijn onder andere:
als (...dan), indien, tenzij

Als ik dit jaar over ga, dan mag ik naar dat ene festival.

Slide 8 - Tekstslide

Een redengevend verband geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.

signaalwoorden zijn onder andere:
omdat, daarom, dus, want, de reden is....

Goed opletten in de les is belangrijk, want zo ben je goed voorbereid op je toetsen.

Slide 9 - Tekstslide

nu:
maken opdracht 2 , blz 168.
klaar?
kijk de opdracht van elkaar na.
Hoe is het gegaan? 
Met welke vraag had je moeite?
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Nu aan beginnen:
opdracht 3, blz 169

Slide 11 - Tekstslide