Cognitieve ontwikkeling

Cognitieve ontwikkeling p 58
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Sociale wetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Cognitieve ontwikkeling p 58

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een synoniem voor cognitief?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Een baby past de zuigreflex zoals hij drinkt van de borst toe op de speen van een fles.
A
accomodatie
B
assimilatie

Slide 8 - Quizvraag

De baby merkt dat hij zijn zuigen aan een speen anders is dan van de borst. Hij moet zich aanpassen.
A
assimilatie
B
accomodatie

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

pas het proces van adaptatie toe p 59

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

2.2 sensomotorische fase P59
  • eerste fase cognitieve ontwikkeling (0-2 jaar)
  • leren door waar te nemen ( sensorisch)
  • leren door te doen ( motorisch)
  • nog niet denken

Slide 13 - Tekstslide

5 stappen sensomotorische fase

  • reflexhandelingen
  • primaire circulaire handelingen
  • secundaire circulaire reacties
  • intentioneel handelen
  • tertiaire circulaire reacties

Slide 14 - Tekstslide

0-1 maand: reflexhandelingen
  • zuigelingenreflexen
  • eerste vorm van adaptatie

Slide 15 - Tekstslide

1-4 maanden: primaire circulaire reacties
  • Eenvoudige bewegingen opnieuw uitvoeren
  • Aangenaam gevoel
  • Eigen lichaam herkennen
  • Eerst toeval, dan herhalen

Slide 16 - Tekstslide

4-8 maanden: secundaire circulaire reacties
  • oog-handcoördinatie is beter
  • herhaling toevallige handelingen --> effect
  • handelingen hebben effect

Slide 17 - Tekstslide

8-12 maanden: intentioneel handelen
  • doelbewust handelen
  • geen toevallige handelingen meer
  • de baby weet wat gaat volgen
  • eerste vorm van denken

Slide 18 - Tekstslide

Kijkvragen
1. Wat is een cognitief schema?
2. Wat is objectpermanentie

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat is objectpermanentie
A
Wanneer een voorwerp uit het beeld verdwijnt bestaat het voorwerp niet meer.
B
Wanneer een voorwerp uit beeld verdwijnt bestaat het voorwerp nog steeds.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een cognitief schema?

Slide 22 - Open vraag

objectpermanentie
voorwerpen en personen blijven bestaan, ook al zijn ze niet aanwezig of zichtbaar

Slide 23 - Tekstslide

12-18 maanden: tertiaire circulaire reacties
  • sterk exploratiedrang
  • Herhaling van handelingen
  • variatie
  • nieuwe effecten

Slide 24 - Tekstslide

Herhaling van toevallige handelingen
A
reflexhandelingen
B
primaire circulaire reacties
C
secundaire circulaire reacties
D
intentioneel handelen

Slide 25 - Quizvraag

De bewegingen zijn beperkt tot de zuigelingenreflexen.
A
reflexhandelingen
B
primaire circulaire reacties
C
secundaire circulaire reacties
D
intentioneel handelen

Slide 26 - Quizvraag

Eerste vorm van denken. Een baby krijst omdat hij uit zijn bedje wil genomen worden.
A
reflexhandelingen
B
primaire circulaire reacties
C
secundaire circulaire reacties
D
intentioneel handelen

Slide 27 - Quizvraag

Er ontstaat objectpermanentie
A
reflexhandelingen
B
primaire circulaire reacties
C
secundaire circulaire reacties
D
intentioneel handelen

Slide 28 - Quizvraag

Eenvoudige bewegingen opnieuw uitvoeren zoals handjes openen en sluiten
A
reflexhandelingen
B
primaire circulaire reacties
C
secundaire circulaire reacties
D
intentioneel handelen

Slide 29 - Quizvraag

2.3 kritieken op piaget
  • theorie uit observatie kleine groep kinderen
  • eigen kinderen werden geobserveerd
  • nieuwe onderzoeksmethodes: vaardigheden op jongere leeftijd

Slide 30 - Tekstslide

Psychologen volgen nog de theorie
actieve onderzoeker
creëert zelf kennis 

Slide 31 - Tekstslide

2.4 taalontwikkeling in de babytijd
  • praten nog niet
  • leren taal
  • experimenteren met stemgeluiden
  • eerste woorden en zinnen

Slide 32 - Tekstslide

2.4 taalontwikkeling p 63
1. Huilen
2. Vocaliseren
3. Vocaal spel
4. Brabbelfase

Slide 33 - Tekstslide

fase 1=Huilen
  • Enige manier van communiceren
  • Signaal aan volwassene

Slide 34 - Tekstslide

fase 2= Vocaliseren
  • na zes weken
  • korte of lange klinkers
  • ouders zeggen best iets terug = dialoog

Slide 35 - Tekstslide

fase 3= vocaal spel
  • vanaf vier maanden
  • combinatie met medeklinkers
  • mamama
  • dadada
  • overaal gelijk in de wereld

Slide 36 - Tekstslide

fase 4= brabbelfase
  • 7-8 maanden
  • meer intonatie
  • klanken uit de moedertaal
  • begrijpen van eenvoudige zinnen

Slide 37 - Tekstslide

eerste woordjes in de peutertijd =

Slide 38 - Tekstslide

Vanaf 4 maand maakt het kind de combinatie klinkers en medeklinkers: mamama, dadada
A
Vocaliseren
B
Vocaal spel

Slide 39 - Quizvraag

Vanaf 7 - 8 maanden begrijpt de baby eenvoudige zinnen
A
Vocaal spel
B
Brabbelfase

Slide 40 - Quizvraag

Wat is de eerste en enige manier van communiceren?

Slide 41 - Open vraag

Na zes weken maakt de baby geluidjes: korte en lange klinkers
A
Vocaliseren
B
Vocaal spel

Slide 42 - Quizvraag