H4 - 2 Argumentatiestructuren

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik op de vorige les
  • Op de volgende dia krijg je twee opgaven om te controleren of je de stof uit paragraaf 2 Argumentatiestructuren beheerst.
  • Elke opgave bestaat uit twee onderdelen die je netjes op papier uitwerkt: 1) een blokjesschema tekenen; 2) de argumentatiestructuur benoemen.
  • Je maakt van elke opgave een foto: deze heb je later nodig.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Maak een foto van je uitwerking van opgave 1:
Veel werknemers zitten tijdens werktijd op Instagram en Twitter en dat leidt behoorlijk af. Geen wonder dus dat steeds meer werkgevers de sociale media op het werk verbieden.

Slide 4 - Open vraag

Maak een foto van je uitwerking van opgave 2:
Ontgroend worden is een bijzonder vernederende ervaring. Je wordt voor van alles en nog wat uitgemaakt en je moet de meest onsmakelijke dingen doen. Daarom kun je maar beter geen lid worden van een studentenvereniging die aan ontgroenen doet.

Slide 5 - Open vraag

Nakijken
Met behulp van de volgende dia's kun je je uitwerkingen nakijken.
  • Controleer of je het standpunt correct geformuleerd hebt.
  • Controleer of je de argumenten correct genoteerd hebt.
  • Controleer of je dezelfde argumentatiestructuur gekozen hebt. Let op de richting van de pijltjes (punt naar boven)!
  • Noteer eventuele vragen voor de volgende les.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

We maken het moeilijker...
Tot nog toe heb je geoefend met opgaven waarbij (bijna) alle informatie een plek kreeg in het blokjesschema. We gaan het nu wat moeilijker maken: je krijgt opdrachten bij tekstjes die in verschillende kranten gestaan hebben. Niet alle informatie hoeft relevant te zijn. Denk dus goed na over de vraag wat het standpunt is en wat de argumenten zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maak opdracht 5, 6, 7 en 9 (p. 201-203).
  • Via Magister ontvang je de antwoorden van paragraaf 2, zodat je je uitwerkingen zelf kunt nakijken.
  • Op de volgende dia's is een aantal opgaven uitgewerkt: opdracht 6 (p. 201) en vraag 4, 5 en 6 van opdracht 9
    (p. 203). Probeer de vragen eerst zelfstandig te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

3 Argumentatieschema's
  • We hebben tot nog toe standpunt en argument(en) uit een tekst gehaald. We hebben nog niet gekeken naar het verband tussen die twee. 
  • Het verband tussen standpunt en argument(en) staat centraal in paragraaf 3 Argumentatieschema's (p. 205-209). 
  • Je moet zes verschillende verbanden kunnen herkennen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide