Project w2

Welkom LIS 
Zakelijke communicatie  W2 
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom LIS 
Zakelijke communicatie  W2 

Slide 1 - Tekstslide

Zakelijke communicatie W2
Planning van deze les 

- Uitleg periode 2
- Aan de slag met oefeningen 

Slide 2 - Tekstslide

uitleg en studiepunt  
- Je levert iedere week je opdrachten in. (Teams) 
- Je let op en doet goed mee tijdens de les 
- einde van de periode: examen W1 en W2
- vaardigheidsexamen, daarom oefenen in de lessen
-klassikaal en eigen tempo

Slide 3 - Tekstslide

Hoe ziet een zakelijke brief eruit?
Schrijf mij een zakelijke brief
gebruik je eigen naam en adresgegevens
mijn gegevens zijn: 
K. Dijkman, Voorstraat 4, 8017 BC Zwolle
Bedenk hoe een zakelijke brief er verder uitziet.
De inhoud mag je zelf bedenken.
Je moet mij de brief mailen


Slide 4 - Tekstslide

Brief 1: Waarom brieven? 
Waarom worden er nog brieven zakelijke brieven geschreven?

A: briefsoorten
1. bekijk de Powerpoint
2. maak de quiz
Klaar? ga door naar 2: Wat is wat? bekijk alles goed en maak opdracht A: leef je uit

 


Slide 5 - Tekstslide

Brief 1: 2. Wat is wat? 
Klassikaal de volgorde van een zakelijke brief bespreken.  
Daarna maken opdracht A. Leef je uit. 

Let op! Je hebt het overzicht met de werknemers nodig om de opdracht goed te kunnen maken. 
vul het excel bestand in en lever in in teams


 


Slide 6 - Tekstslide

brief 1  3. Adressering, aanhef en afsluiting 
Klassikaal de volgorde van een zakelijke brief bespreken. 

Wat weet je nog? 

Klassikaal bespreken opdracht A,B,C  een brief adresseren 

Maken opdracht D. Gebruik hiervoor de gegevens van je eigen zorgverzekering. Lever in in teams



 


Slide 7 - Tekstslide

Brief 1  4 betreft: onderwerp  
lees de theorie en maak de quiz
lever foto in in teams

Bekijk nu nog een keer de brief die je mij geschreven hebt.
Wat ging goed en wat ging niet goed?

Slide 8 - Tekstslide

brief 1 6. Check, check, dubbelcheck 
Lees de Procedure voor correspondentie van de Efteling door.  

Controleer de vier brieven op fouten. Verbeter ze. Lever de brieven in in teams

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Wat lever je deze week allemaal in in teams?
- 2. Excelbestand 
- 3. Opdracht D (brief aan verzekering met adressering, aanhef en afsluiting)
4. quiz maken en foto van resultaat inleveren
- 6 check, check, dubbelcheck (controleren vier brieven) 




Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting les 

Slide 11 - Tekstslide

Planning van vandaag
- Klascode invoeren
- Feedback op je voorstelmail bekijken
- bespreken opdrachten vorige week
-Uitleg over enveloppe/adres schrijven voor Post NL
-Opdrachten maken: 5, 7, 8 en slottest

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten week 1
3 brief aan verzekering met juiste adressering, aanhef en afsluiting
6 check, check dubbelcheck. 
Pak je brieven erbij en kijk na!

Slide 13 - Tekstslide

Jayden Botervloot
Guldenplein 10
3627 EZ VLEUTEN

Vleuten, 10 januari 2024

ONVZ
T.a.v. mevrouw G. de Hoop
Postbus 392
3990 GD HOUTEN

Betreft: aanvraag verzekeringspas

Geachte mevrouw De Hoop, 


Met vriendelijke groet,






Slide 14 - Tekstslide

Hoe schrijf je een adres/enveloppe?
Volgorde adresregels 
1. Naam (bedrijf, afdeling, t.a.v. persoon of afdeling)
2. a. Straatnaam en huisnummer (en eventuele toevoeging) 
2  b. Of postbus en postbusnummer 
2 c. Of antwoordnummer 
3. Postcode en plaatsnaam

Lees en maak 7: Nu op de post  
Klaar? Maak 8: Lees de informatie goed door en maak brief Beestenboelig, lever in in teams

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Lees en maak 7: Nu op de post
Maak 5 : zoek de fout
Maak 8: brief beestenboelig 
Lees eerst goed door en schrijf de brief.
maak: slottest
Inleveren in teams: 5 en 8
 

Slide 16 - Tekstslide

Welkom LIS 
Project W2: tegel redigeren 

maar eerst: zelf nakijken huiswerk.
Pak het erbij en vergelijk met het voorbeeld op het bord

Slide 17 - Tekstslide

Planning deze les en huiswerk
Redigeren
1 redigeren is een hit
2 huisstijl
3 inhoud
4 taal
5 twijfeltaal
7 nieuwsbrief


Slide 18 - Tekstslide

Wat is redigeren?

Slide 19 - Tekstslide

1  redigeren is een HIT
- Redigeren is een hit
pp klassikaal bekijken 
 en daarna quiz maken

Slide 20 - Tekstslide

opdrachten maken
1. redigeren is een hit: maak de quizzen
2.huisstijl: maken opdracht B menukaart redigeren 
3 Inhoud: zoek de 5 fouten, noteer in het overzicht fouten

2 en 3 inleveren in teams

Slide 21 - Tekstslide

2 Huisstijl
De corporate identity is  de persoonlijkheid van het bedrijf.

De huisstijl van een organisatie is de manier waarop deze zich naar buiten toe wil presenteren in zijn communicatie. 

Onder de huisstijl vallen bijvoorbeeld naam, logo, kleur, typografie (lettertype) en fotografiestijl.


Slide 22 - Tekstslide

2 Huisstijl
Al deze elementen worden steeds op dezelfde manier gebruikt in bijvoorbeeld presentaties, briefpapier, visitekaartjes, offertes, facturen, enveloppen, de website, e-mails en bedrijfskleding.

Voorbeeld: Deltion huisstijl 
Maken opdracht B menukaart redigeren 

Slide 23 - Tekstslide

Hoe ziet de huisstijl van Deltion eruit?

Slide 24 - Open vraag

3 inhoud
Als je een tekst controleert, let je op of de inhoud klopt.
Daarbij controleer je bijvoorbeeld namen, telefoonnummers en andere feiten die genoemd worden in de tekst

Slide 25 - Tekstslide

opdrachten maken
1. redigeren is een hit: maak de quizzen
2.huisstijl: maken opdracht B menukaart redigeren 
3 Inhoud: zoek de 5 fouten, noteer in het overzicht fouten

2 en 3 inleveren in teams
tijd: 20 minuten, daarna uitleg over volgende opdrachten

Slide 26 - Tekstslide

4 Taal
Als je gaat redigeren, dan zorg je ervoor dat de boodschap foutloos overkomt. 

Werkwoordspelling
Als je eenmaal weet hoe het werkt, heb je er altijd voordeel van.
quiz A klassikaal maken
Moeilijke woorden
Veel woorden kun je leren, dan schrijf je die nooit meer fout. Quiz B maken
Interpunctie
Een komma op de juiste plek zorgt ervoor dat je boodschap duidelijk overkomt. Eerst uitleg dan  Quiz C maken


Slide 27 - Tekstslide

welke regels voor ww spelling ken je?

Slide 28 - Open vraag

wanneer plaats je een komma?

Slide 29 - Open vraag

Wanneer een komma?

- Als je een zin uitspreekt, hoor je dan rust of verschil in toonhoogte? Dan gebruik je een komma

- tussen twee werkwoorden: als jij niet belt, bel ik zelf

- voor voegwoorden zoals omdat, doordat, terwijl, maar

- bij een opsomming, 

- bij een aanspreking zoals Jim, kom je zo eten?

NOOIT VOOR HET WOORD EN

Slide 30 - Tekstslide

Wanneer een dubbele punt?
  Met een dubbele punt geef je aan dat er daarna iets komt. Dit kan zijn: 
• een opsomming (Ik wens je: geluk, gezondheid en veel liefde); • een citaat of directe rede (Hij zei: “Denk even na, voordat je zoiets zegt.”); 
• de oorzaak of reden (Hij kwam niet naar het feestje: hij voelde zich ziek.). 

Slide 31 - Tekstslide

opdrachten maken
4 Taal : maak quiz A,B en C

Slide 32 - Tekstslide

5  Twijfeltaal
Als je gaat redigeren, dan zorg je ervoor dat de boodschap foutloos overkomt. 

vaste voorzetsels:  quiz maken
stijlfouten: bestand inleveren
los of vast: quiz maken

wat zijn stijlfouten? 

Slide 33 - Tekstslide

Stijlfouten
pleonasme 

Bij een pleonasme wordt een eigenschap die al onlosmakelijk aan een begrip verbonden is, ook benoemd door een ander woord. 

 een houten boomstam, gele boterbloemen, de hete zon en de uiterste limiet.

De wedstrijd wordt dadelijk weer hervat.
Dit is een verbetering ten goede.
Het is noodzakelijk dat we de tekst nog eens moeten doorlopen.
Weet jij hoelang we in Nederland verplicht zijn autogordels te moeten dragen?



Slide 34 - Tekstslide

Stijlfouten
tautologie

Bij een tautologie wordt hetzelfde begrip tweemaal genoemd.
voorbeelden:

Niettemin ben ik toch tevreden.
We wisten dit reeds weken al.
Misschien hebben ze wellicht een oplossing.
Natuurlijk zullen we vanzelfsprekend snel reageren.
Vermoedelijk moet je misschien een ander nummer bellen.








Slide 35 - Tekstslide

Stijlfouten
contaminatie

Als je twee woorden of uitdrukkingen ten onrechte vermengt
voorbeelden:

Deze computer kost duur (kost veel of is duur).
Ik zal dat nachecken (nakijken of checken).
Hij kreeg ongenadeloos op zijn kop. (ongenadig of genadeloos)
Hij neemt in de klas altijd het hoogste woord (heeft het hoogste woord of het woord nemen).

Opdracht stijlfouten maken!








Slide 36 - Tekstslide

5 Twijfeltaal los vast: 

Als twee (of meer) woorden samen één nieuw woord vormen, heet dat een samenstelling.  
rug en zak > rugzak 
voorbeelden: bierglas, hogeschool, tienkamp, wandelschoenen, badkamerdeurklink. 
regel: samenstellingen schrijf je aan elkaar, tenzij het problemen geeft met uitspraak> klinkerbotsing dan streepje ertussen
milieu-inspectie, auto-ongeluk



Slide 37 - Tekstslide

opdrachten maken: 5 twijfeltaal
vaste voorzetsels: quiz maken
stijlfouten: bestand inleveren
los of vast: quiz maken

Slide 38 - Tekstslide

7 nieuwsbrief redigeren

Lees de opdracht en alle documenten eerst goed door!
inleveren: 
overzicht fouten nieuwsbrief

Slide 39 - Tekstslide

Afsluiting les: opdrachten week 3 staan in teams!

Lever ze op tijd in!
Zorg ervoor dat je ook alle quizzen maakt!

Slide 40 - Tekstslide

nakijken huiswerk redigeren
Voor de mensen die het (gedeeltelijk) gemaakt hebben

De anderen schrijven mij een zakelijke mail waarin ze uitleggen waarom ze het huiswerk niet gemaakt hebben. Geef tenminste twee argumenten! Denk aan alle wat je geleerd hebt over een zakelijke e-mail.

Slide 41 - Tekstslide

Denise
Kjell
Pien
Vivian
Sadin
Erva             
Linn
Rana
Dani
Celena
Maxim
Pinar

Slide 42 - Tekstslide

social media-uitingen 1
regel 1: bedrijven en social media. Maak opdracht B
regel 2: berichten analyseren. Maak opdracht B
regel 3: berichten schrijven op social media. Maak opdracht B
regel 5: gebruik van video's in social media. Maak A,B en C
regel 6 : videoscript schrijven. Bekijk de video's en maak opdracht B

Grotendeels zelfstandig aan de slag met de opdrachten

Slide 43 - Tekstslide

Hoeveel mensen boven de 15 jaar in Nederland gebruiken social media
A
2 miljoen
B
8 miljoen
C
10 miljoen
D
14 miljoen

Slide 44 - Quizvraag

hoeveel minuten per dag gebruikt men gemiddeld social media?
A
55
B
102
C
114
D
74

Slide 45 - Quizvraag

 regel 1: bedrijven en social media
Klassikaal de presentatie bekijken
Ga op zoek naar het nieuwste onderzoek van Newcom, googel op samenvatting.
Bekijk de resultaten van het onderzoek
Beantwoord de vragen van opdracht B

Slide 46 - Tekstslide

regel 2: berichten analyseren
neem regel 2 door 
Maak opdracht B: je eigen social media analyseren

Slide 47 - Tekstslide

regel 3: berichten schrijven op social media
Bekijk opdracht A 
Maar opdracht B: schrijf zelf een social mediabericht op Instagram
gebruik het werkblad instagrambericht.
Lever in in teams

Slide 48 - Tekstslide

regel 5: video's in social media
Klassikaal  video's bekijken
maak opdracht A, B en C

Regel 6: een videoscript maken
opdracht A: bekijk de  3 bedrijfsvideo's
Opdracht B: schrijf een videoscript, lever in in teams

Slide 49 - Tekstslide