verspreiding christendom, opdr.

Tijdvak 3 - Monniken en ridders  500-1000

De verspreiding van het Christendom in geheel Europa
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Geschiedenis

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Tijdvak 3 - Monniken en ridders  500-1000

De verspreiding van het Christendom in geheel Europa

Slide 1 - Tekstslide

Gebruik bron 3.
Volgens sommige historici blijkt uit de bron een oorzaak van de toename van de horigheid in de vroege middeleeuwen in West-Europa.
Geef aan welke oorzaak dat is en leg vervolgens uit waardoor de koning deze toename van de horigheid zorgwekkend vindt.

Slide 2 - Open vraag

Een mededeling van een Frankische koning uit 811:
 Redenen waarom mannen hun militaire verplichtingen1) niet nakomen:
Arme mannen beklagen zich erover dat zij worden beroofd van hun eigendom. Deze klachten richten zich zowel tegen bisschoppen, abten en hun zaakwaarnemers als tegen graven en hun plaatsvervangers.
Ze zeggen ook dat als iemand weigert de grond die hij in eigendom heeft af te staan aan een bisschop, abt, graaf of diens plaatsvervanger, deze laatsten naar een manier zoeken om die arme man te schaden. Ze dwingen hem bij iedere gelegenheid in het leger te gaan, totdat hij zo erg verarmd is dat hij zijn grond overdraagt of verkoopt, of hij nu wil of niet.
 

Slide 3 - Tekstslide

Bij wie hoort de volgende plicht?

Herendiensten doen.
A
De leenman
B
de leenheer
C
de horige

Slide 4 - Quizvraag

Bij wie hoort de volgende plicht?
Bescherming bieden als er gevaar dreigt.
A
leenman
B
horige

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vertrouweling.

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
In een leengebied konden meerdere domeinen liggen.
B
In elk leengebied lag één domein.
C
In een domein konden meerdere leengebieden liggen.
D
In elk domein lag één leengebied.

Slide 7 - Quizvraag

Het voordeel van het feodalisme is dat...
(meerdere antwoorden)

A
Dat de koning nu een groot land kan besturen
B
Dat de koning een groot leger heeft
C
Dat de koning geen geld nodig heeft
D
Dat de koning nu heel rijk wordt

Slide 8 - Quizvraag

Bij wie hoort de volgende plicht?

Trouw beloven aan de koning.
A
leenman
B
horige

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor soort systeem is het feodalisme?
A
Een economisch systeem
B
Een cultureel systeem
C
Een financieel systeem
D
Een politiek systeem

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Waarom vertrok Benedictus uit Rome?

Slide 12 - Open vraag

Monniken hadden zich teruggetrokken uit het dagelijks leven. Maar het bleek moeilijk om ook echt afstand te houden tot de 'gewone wereld'. Op welke manier bleven de kloosterlingen invloed uitoefenen op de wereld buiten het klooster?

Slide 13 - Open vraag

Het feodalisme was bedoeld om het centraal gezag te versterken. Maar na verloop van tijd leidde het juist tot het tegenovergestelde. Leg uit!

Slide 14 - Open vraag

Controleer de vragen die je eerder hebt gemaakt! Vragen/onduidelijkheden?

lees § 3.1 
maak opdr. 5, 6 en 12  
lees §3.2 
maak opdr. 3, 4, 5 en 6

Slide 15 - Tekstslide