Lou is twaalf, Eva zesendertig, Elsie tweeënveertig, Casper zesenveertig, en Jos eenenzeventig. Vijf mensen, met elkaar verbonden, vertellen hun verhaal. Over onverwacht geluk dat de dingen moeilijk maakt, over geheimen die te groot lijken, over de complexe kunst van het jong zijn, over obstakels die bergen worden, amper te beklimmen, over blijven proberen, tot waar geen mens meer verder kan.
In Vele hemels boven de zevende vechten vijf uiteenlopende figuren meer met zichzelf dan met elkaar in dit bestaan dat belachelijk mooi en geweldig lastig is, allemaal tegelijk.