zintuigen 2: in huis

• Basisschool

Zintuigen

Even terugkijken op de vorige les over dit onderwerp.

Je hebt toen een verhaal geschreven.

Vandaag maken we een gedicht.

wat gebruik je om te voelen .....

1. oren
2. ogen
3. handen

Wat hoort er bij het zintuig horen?

1. mond
2. oren
3. handen
4. ogen

Hoeveel verschillende zintuigen heb je?

1. 3
2. 6
3. 5
4. 4

We gaan een nieuwe opdracht doen

Hier heb je voor nodig:

- een pen of potlood

- een papiertje

stap 1

Schrijf alle zintuigen op je papiertje.

Zorg dat er genoeg ruimte achter

 elk woord is om nog 2 woorden op te schrijven.

horen

zien

ruiken

proeven

voelen

stap 2

Zoek in je huis iets wat heel lekker ruikt. Schrijf dat achter ruiken.

Zoek iets wat stinkt. Schrijf dit achter het vorige woord.

Stap 3

Zoek iets wat lekker aanvoelt. Schrijf dit achter voelen.

Zoek iets wat vervelend aanvoelt. Schrijf dit achter het vorige woord.

stap 4

Zoek iets wat er mooi uit ziet. Schrijf dit achter zien.

Zoek iets wat je er lelijk uit vindt zien. Schrijf dit achter het vorige woord.

stap 5

Zoek iets wat lekker smaakt. Schrijf dat achter proeven.

Zoek iets wat je vies vindt. Schrijf dit achter het vorige woord.

stap 6

Zoek iets wat mooi klinkt. Schrijf dat achter horen.

Zoek iets wat een naar geluid maakt. Schrijf dit achter het vorige woord.

stap 7

Maak met alle woorden die je hebt opgeschreven een gedicht. Je mag zelf weten wat voor soort gedicht je maakt. Hier voorbeelden die je zou kunnen doen:

naamdicht

rijmgedicht

blank vers

Of maak een tekening!

een tip

Als je een gedicht maakt, is het handig om de woorden die je hebt gebruikt, door te strepen of een kleurtje te geven. 

Als je het nog leuk vindt, mag je het papiertje met woorden ook nog versieren.