2025-01-17- Week 3, les 2

2024-10-01
Nederlands
bij
Welkom
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

2024-10-01
Nederlands
bij
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

2024-10-01
Strafwerk inleveren(?)

Slide 2 - Tekstslide

2024-10-01
Wat gaan we doen?
  • Lezen (15 minuten) 

  • Uitleg (15 minuten)

  • Aan de slag! (20 minuten) 

Slide 3 - Tekstslide

2024-10-01
Lezen
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

2024-10-01
Grammatica

Slide 5 - Tekstslide

2024-10-01
Lesdoelen
Na deze uitleg weet je...

  • wat lidwoorden zijn;

  • dat lidwoorden altijd voor een zelfstandig naamwoord staat;

  • wat het verschil is tussen bepaalde en onbepaalde lidwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

2024-10-01
Lidwoorden

Slide 7 - Tekstslide

2024-10-01
Lidwoorden
de

Slide 8 - Tekstslide

2024-10-01
Lidwoorden
de
het

Slide 9 - Tekstslide

2024-10-01
Lidwoorden
de
het
een

Slide 10 - Tekstslide

2024-10-01
Lidwoorden
Lidwoorden...

Slide 11 - Tekstslide

2024-10-01
Lidwoorden
Lidwoorden...

  • staan altijd voor een zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Tekstslide

2024-10-01
Lidwoorden
Lidwoorden...

  • staan altijd voor een zelfstandig naamwoord
  • mensen
  • dieren
  • planten
  • dingen
  • namen
  • begrippen

Slide 13 - Tekstslide

2024-10-01
Lidwoorden
Lidwoorden...

  • staan altijd voor een zelfstandig naamwoord!

  • Kennen we als bepaalde en onbepaalde lidwoorden.

Slide 14 - Tekstslide

2024-10-01
Bepaalde lidwoorden
Bepaalde lidwoorden
de & het

Slide 15 - Tekstslide

2024-10-01
Bepaalde lidwoorden
Bepaalde lidwoorden
de & het

Waarom?

Slide 16 - Tekstslide

2024-10-01
Bepaalde lidwoorden
Bepaalde lidwoorden
de & het

Waarom?
Het zelfstandig naamwoord bepaalt welk lidwoord erbij hoort.

Slide 17 - Tekstslide

2024-10-01
Bepaalde lidwoorden
Bepaalde lidwoorden
de & het

Waarom?
Het zelfstandig naamwoord bepaalt welk lidwoord erbij hoort.
Woorden met het
  • Het huis
  • Het schilderij
  • Het balkon
  • Het gebouw
  • Het meisje
  • Het feest
Woorden met de
  • De docent
  • De fiets
  • De telefoon
  • De auto
  • De jongen
  • De ketting

Slide 18 - Tekstslide

2024-10-01
Onbepaalde lidwoorden
Onbepaald lidwoord
een


Slide 19 - Tekstslide

2024-10-01
Onbepaalde lidwoorden
Onbepaald lidwoord
een

Waarom?

Slide 20 - Tekstslide

2024-10-01
Onbepaalde lidwoorden
Onbepaald lidwoord
een

Waarom?
Een kan voor elk zelfstandig naamwoord.

Slide 21 - Tekstslide

2024-10-01
Onbepaalde lidwoorden
Onbepaald lidwoord
een

Waarom?
Een kan voor elk zelfstandig naamwoord.
Woorden met de
  • Een docent
  • Een fiets
  • Een telefoon
  • Een auto
  • Een jongen
  • Een ketting
Woorden met het
  • Een huis
  • Een schilderij
  • Een balkon
  • Een gebouw
  • Een meisje
  • Een feest

Slide 22 - Tekstslide

2024-10-01
Vragen?

Slide 23 - Tekstslide

2024-10-01
Spelling

Slide 24 - Tekstslide

2024-10-01
Lesdoelen
Na deze uitleg weet je...

  • wat de spellingsregels zijn bij d-werkwoorden en bij t-werkwoorden.

Slide 25 - Tekstslide

2024-10-01
D-werkwoorden
D-werkwoorden zijn werkwoorden waarbij de stam eindigt op een d.


Slide 26 - Tekstslide

2024-10-01
D-werkwoorden
D-werkwoorden zijn werkwoorden waarbij de stam eindigt op een d.

Voorbeelden
  • vind (van vinden)
  • brand (van branden)
  • leid (van leiden)
  • antwoord (van antwoorden)

Slide 27 - Tekstslide

2024-10-01
D-werkwoorden

Slide 28 - Tekstslide

2024-10-01
D-werkwoorden
Enkelvoud
Ik vind gym een leuk vak.








Slide 29 - Tekstslide

2024-10-01
D-werkwoorden
Enkelvoud
Ik vind gym een leuk vak.

Jij vindt gym een leuk vak.






Slide 30 - Tekstslide

2024-10-01
D-werkwoorden
Enkelvoud
Ik vind gym een leuk vak.

Jij vindt gym een leuk vak.

Vind jij gym een leuk vak? *




Slide 31 - Tekstslide

2024-10-01
D-werkwoorden
Enkelvoud
Ik vind gym een leuk vak.

Jij vindt gym een leuk vak.

Vind jij gym een leuk vak? *



*Tip!
Twijfel je? Maak de zin dan anders (op z'n Rotterdams):

Loop jij gym een leuk vak te vinden?

Loop krijgt géén t. Vind dus ook niet.



Slide 32 - Tekstslide

2024-10-01
D-werkwoorden
Enkelvoud
Ik vind gym een leuk vak.

Jij vindt gym een leuk vak.

Vind jij gym een leuk vak?

Hij / zij / het vindt gym een leuk vak.


Slide 33 - Tekstslide

2024-10-01
D-werkwoorden
Enkelvoud
Ik vind gym een leuk vak.

Jij vindt gym een leuk vak.

Vind jij gym een leuk vak?

Hij / zij / het vindt gym een leuk vak.

Meervoud
Wij / jullie / zij vinden gym een leuk vak.

Slide 34 - Tekstslide

2024-10-01
T-werkwoorden
T-werkwoorden zijn werkwoorden waarbij de stam eindigt op een t.


Slide 35 - Tekstslide

2024-10-01
T-werkwoorden
T-werkwoorden zijn werkwoorden waarbij de stam eindigt op een t.

Voorbeelden
  • zit (van zitten)
  • praat (van praten)
  • laat (van laten)

Slide 36 - Tekstslide

2024-10-01
T-werkwoorden

Slide 37 - Tekstslide

2024-10-01
T-werkwoorden
Enkelvoud
Ik zit op een stoel.


Slide 38 - Tekstslide

2024-10-01
T-werkwoorden
Enkelvoud
Ik zit op een stoel.

Jij zit op een stoel.


Slide 39 - Tekstslide

2024-10-01
T-werkwoorden
Enkelvoud
Ik zit op een stoel.

Jij zit op een stoel.

Zit jij op een stoel?


Slide 40 - Tekstslide

2024-10-01
T-werkwoorden
Enkelvoud
Ik zit op een stoel.

Jij zit op een stoel.

Zit jij op een stoel?

Hij / zij / het zit op een stoel.


Slide 41 - Tekstslide

2024-10-01
T-werkwoorden
Enkelvoud
Ik zit op een stoel.

Jij zit op een stoel.

Zit jij op een stoel?

Hij / zij / het zit op een stoel.


Je ziet: 
Het werkwoord verandert niet, of het nu ik, jij of hij/zij/het is.

Slide 42 - Tekstslide

2024-10-01
T-werkwoorden
Enkelvoud
Ik zit op een stoel.

Jij zit op een stoel.

Zit jij op een stoel?

Hij / zij / het zit op een stoel.

Meervoud
Wij / jullie / zij zitten op een stoel.

Slide 43 - Tekstslide

2024-10-01
Vragen?

Slide 44 - Tekstslide

2024-10-01
Aan de slag!

Slide 45 - Tekstslide

2024-10-01
Aan de slag!
Wat?
Verplicht als eerste:
  • Afmaken: hoofdstuk 2.7, opdr. 8 + 9 + 12 + 13.
  • Afmaken: hoofdstuk 2.8, opdr. 1 + 3 + 4 + 5 + 7 + 8 + 9 + 10.

Daarna, kiezen uit:
  • Leren: dicteewoorden

Hoe?
In Talent Online!
Overleggen met buurman of buurvrouw mag.

Klaar?
Lezen in je leesboek! 
Uit? Zoek dan in je leesboek nog even naar stukjes die je mooi of leuk vond en schrijf de bladzijde op in je collegeblok.
timer
45:00
Vragen? 
Steek je vinger op!

Slide 46 - Tekstslide

2024-10-01
Fijn weekend

Slide 47 - Tekstslide