Spelling 5.8 - 2 kgt

Spelling 5.8 - 2 kgt
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spelling 5.8 - 2 kgt

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Herhaling theorie werkwoordspelling + oefeningen
- Maak in je B-boek opdrachten van spelling 5.8

Lesdoel:
- Je kent de regels over werkwoordspelling.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Noteer de juiste vorm van het werkwoord verlengen:

De winkel ... de actie met één week.
A
verlengt
B
verlengd
C
verlengdt

Slide 5 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord verlengen:

De actie wordt met nog één week ...
A
verlengt
B
verlengd
C
verlengdt

Slide 6 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord worden in de tegenwoordige tijd:

Met het invullen ... ik geholpen.
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 7 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord worden in de tegenwoordige tijd:

... je daar niet vreselijk moe van?
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 8 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord worden in de tegenwoordige tijd:

Dat ... haast nooit meer gedaan.
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 9 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Op dat kruispunt ... vaak een ongeluk
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt

Slide 10 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Die maaltijd was echt heerlijk ...
A
bereit
B
bereid
C
bereidt

Slide 11 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Pas op, die deur is net ... (schilderen).
A
geschildert
B
geschilderd

Slide 12 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Die boerderijen ... (branden, pv vt) gister tot de grond toe af.

Slide 13 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Heb jij zijn mailtje al ... (beantwoorden, vd)?

Slide 14 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Het was nog maar net ... (gebeuren, vd).

Slide 15 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Hij ... (durven, pv vt) vorige week niet alleen over straat.

Slide 16 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Het meisje ... (blozen, pv vt) net bij het compliment.

Slide 17 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Hij heeft altijd veel ... (dansen, vd).

Slide 18 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Mijn moeder ... (stoten, pv vt) zich vanochtend aan het kastje.

Slide 19 - Open vraag

Lesplanning
- Maak in je B-boek van spelling 5.8, opdr. 1, 3, 4 en 6 (blz. 152-155).
= huiswerk dinsdag 15 maart

- Klaar? --> Leer de theorie op blz. 156 en 158.

- Vrijdag 25 maart: toets spelling 1.8, 2.8, 3.8, 4.8 en 5.8

Lesdoel:
- Je kent de regels over werkwoordspelling.

Slide 20 - Tekstslide