De houding van de speecher is open en overtuigend.
Er wordt humor gebruikt / de speech werkt enthousiasmerend.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Discussiëren
Debatteren
Je gesprekspartner overtuigen
Het publiek overtuigen
Je moeder overtuigen dat je écht vanavond bij je vrienden moet zitten.
Je docent overtuigen het s.o. een week te verplaatsen.
Het publiek overtuigen dat de school pas om 10 uur zou moeten beginnen.
Slide 8 - Tekstslide
Het debat
debatteren
Sprekers krijgen in een debat de tijd om hun mening toe te lichten met objectieve en subjectieve argumenten.
Sterk: controleerbare feiten of meningen van een grote groep of een deskundige. Zwak:onjuist feit of een mening van een kleine groep of een niet-deskundige.
Het gaat niet om wie gelijk heeft, maar om wie het beste zijn mening kan onderbouwen en het publiek daarmee kan overtuigen.
Slide 9 - Tekstslide
Een Stelling
Een Stelling is een uitspraak waarmee je het
eens of oneens kunt zijn. Je baseert je argumenten (voor of tegen) op de Stelling.
Voorbeeld:
Alle proefwerken moet je één keer kunnen herkansen.