Les 1. Grammatica H4: beknopte bijzin (3 vwo)

Grammatica zinsdelen 
De beknopte bijzin 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen 
De beknopte bijzin 

Slide 1 - Tekstslide

Stof toetsweek 
  • Hoofd- en bijzinnen herkennen
  • Structuur aangeven van de zinnen 
  • Beknopte bijzin en foutieve beknopte bijzin
  •  Congruentie en inversie en incongruentie onjuiste inversie

We hebben (inclusief deze les) 7 lessen tot de toetsweek. De laatste les is natuurlijk de zomervakantiequiz! (Dus eigenlijk 6)

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken 
Stencil nakijken hoofd- en bijzinnen 

Slide 3 - Tekstslide

Doel van de les 
Aan het einde van de les:
- weet je wat een beknopte bijzin is;
- kun je een beknopte bijzin herkennen;
- kun je van een beknopte bijzin een gewone bijzin maken en vice versa. 

Slide 4 - Tekstslide

Startopdracht: In het zinsdeel tussen haakjes staat geen onderwerp. Hoe kun je het onderwerp toch vaststellen?

"[Luid scheldend op zijn coach] liep Max de kleedkamer uit."

Slide 5 - Open vraag

Voorbeeld beknopte bijzin
Gewone bijzin
Terwijl ze geniet van de opkomende zon,
wandelt Lisa over het strand. 

Beknopte bijzin
Genietend van de opkomende zon wandelt Lisa over het strand. 

Slide 6 - Tekstslide

De beknopte bijzin
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken  =  verkorte bijzin.

gewone bijzin: Toen hij nadacht over zijn vakantie, waande Lars zich al op de camping in Frankrijk. 

beknopte bijzin: Nadenkend over zijn vakantie waande Lars zich al op de camping in Frankrijk.





Slide 7 - Tekstslide

Beknopte bijzin 
  • Onderwerp + persoonsvorm ontbreken in een beknopte bijzin.

  •  Het onderwerp is ‘verzwegen’ --> verzwegen onderwerp kun je afleiden uit de hoofdzin (het is daar het ow, lv of mv).

 Dromend over zijn toekomst (bekn. bz.) viel hij in slaap. 
Verzwegen onderwerp = hij (want hij is aan het dromen over zijn toekomst)

Slide 8 - Tekstslide

Lees de zinnen en bepaal of de zin een gewone bijzin of een beknopte bijzin bevat. 
Beknopte bijzin
Gewone bijzin
Lopend naar de overkant werd hij bijna aangereden. 
Als hij mij belt, loop ik even de vergadering uit. 
Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd.

Slide 9 - Sleepvraag

Beknopte bijzin
In plaats van de pv bevat de beknopte bijzin een ander werkwoord:

  • een voltooid deelwoord:
 Aangekomen op het vakantieadres meldde mijn vader zich aan de balie.
  • een onvoltooid deelwoord: 
 Naar huis fietsend bedacht Mark zich, keerde om en reed terug.
  •  ‘te + infinitief’: 
 Na zijn kast te hebben leeggehaald vond Tim de shirts die hij zocht.

Slide 10 - Tekstslide

Vind de beknopte bijzin met ‘te + infinitief’

A
De stemming goed aanvoelend sloot Els de vergadering.
B
Na te zijn opgenomen in het hospitaal, ontving zij kaartjes.
C
De portemonnee, gevonden op straat, bleek leeg te zijn.

Slide 11 - Quizvraag

Vind de beknopte bijzin met het voltooid deelwoord.
A
Na te zijn beroofd deden de toeristen aangifte.
B
De dag waarop hij was verdwenen, belden zijn ouders de politie.
C
Gearriveerd op Schiphol, zocht zij een hotel.

Slide 12 - Quizvraag

Vind de beknopte bijzin met het onvoltooid deelwoord.
A
Dromend over zijn toekomst viel hij in slaap.
B
Na te hebben gegeten ruimde zij de tafel af.
C
Al meerdere keren gewaarschuwd, reed hij toch weer te hard.

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht 1 maken blz. 94-95
  • Maak opdracht 1 op blz. 94 en opdracht 2, vraag 1 op blz. 95
  • Doe dit zelfstandig
  • Gebruik je aantekeningen als je er niet uitkomt
  • 10 minuten de tijd.
  • Klaar? Starten met het huiswerk: opdracht 3 blz. 95

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1 blz. 94
  • 1 Toen … uitgerust = bijzin
  • 2 Nog … derby = beknopte bijzin
  • 3 om … dienen = beknopte bijzin
  • 4 Terwijl … zaten = bijzin
  • 5 op … leren = beknopte bijzin
  • 6 of … worden = bijzin

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2, vraag 1 blz. 95
  • 1 –
  • 2 met od
  • 3 met te + inf
  • 4 –
  • 5 met te + inf
  • 6 –

Slide 16 - Tekstslide

Maak van de beknopte bijzin een gewone bijzin.

"De helpdesk is 24/7 bereikbaar om u zo nodig van advies te dienen."

Slide 17 - Open vraag

Maak van de gewone bijzin een beknopte bijzin.

"Toen ze na haar werk goed uitgerust was, ging Caja een uur fitnessen."

Slide 18 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit wat een beknopte bijzin is en hoe je deze kunt herkennen.

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk voor de volgende les
Maak opdracht 3 op blz. 95

Slide 20 - Tekstslide