WvdD wk 13, 14, 15

verslag van gebeurtenissen =
het . . . . . .
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

verslag van gebeurtenissen =
het . . . . . .

Slide 1 - Open vraag

plat, onbeschaafd, ordinair
A
onbesuisd
B
onverschrokken
C
vulgair
D
brutaal

Slide 2 - Quizvraag

Christendom, islam, hindoïsme zijn drie voorbeelden van een godsdienst --> ander woord: de . . . . . . .

Slide 3 - Open vraag

dwingende reclame voor ideeën
A
het voorstel
B
het relaas
C
de offerte
D
de propaganda

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord past bij deze zin?:
Westlanders komen uit een bepaalde streek.
A
stedelijk
B
regionaal
C
Europees
D
landelijk

Slide 5 - Quizvraag

Geef het woord dat past bij:
1. officieel, volgens de regels
2. netjes, plechtig

Slide 6 - Open vraag

Welk woord past bij de volgende zin?
Sommige ziektes duren lang en gaan niet over.
A
chronisch
B
incidenteel
C
psychisch
D
fysiek

Slide 7 - Quizvraag

Geef het woord voor:
dringend, spoedeisend

Slide 8 - Open vraag

Welk woord past in deze zin?
In een sprookje zit vaak een . . . . . .

Slide 9 - Open vraag

Als een baby te vroeg geboren wordt, noemen we dat:

Slide 10 - Open vraag

Het tegenovergestelde van deflatie is . . . . . . . .

Slide 11 - Open vraag

Iemand die niet veel weet van een onderwerp of een vak, is een:
A
genie
B
expert
C
leek
D
mispunt

Slide 12 - Quizvraag

Als iets wat je doet het tegenovergestelde effect heeft, zeggen we: het werkt . . . . . . . . .

Slide 13 - Open vraag

een andere vorm krijgen, gedaanteverwisseling
A
de transactie
B
de transitie
C
de transparantie
D
de transformatie

Slide 14 - Quizvraag

Alle mensen hebben recht op onderdak, vrede, voedsel etc. We noemen dit: . . . . . . . . . . rechten.

Slide 15 - Open vraag