Europa 4.8 t/m 4.15

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2021-2022
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2021-2022

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

De wisselkoers van 1 euro t.o.v. de dollar
wisselkoers kopen: $1,30
Wisselkoers verkopen: $1,45
Je gaat op vakantie naar Amerika. Hoeveel dollar krijg je voor 300 euro?
A
$435
B
$231
C
$207
D
$390

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een wisselkoers?
A
geeft geen verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan
B
geeft de verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan
C
geeft de verhouding tussen de euro en euro aan
D
geeft de verhouding tussen de vreemde valuta en vreemde valuta aan

Slide 4 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les
Aan de hand van de aanbodfunctie van een valuta en de vraagfunctie van een valuta de wisselkoers berekenen. 
Internationale transacties op een betalingsbalans registreren. 
Saldo lopende rekening berekenen
Saldo kapitaalrekening berekenen. 
Materiaal saldo berekenen. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de evenwichtsprijs?
A
6
B
14
C
16
D
22

Slide 6 - Quizvraag

Vraag & aanbod
Vraaglijn loopt van boven naar beneden. 
  • Hoe goedkoper het wordt, hoe meer er gevraagd wordt. 
Aanbodlijn gaat van beneden naar boven. 
  • Hoe duurder het wordt, hoe meer er wordt aangeboden.

Evenwichtsprijs
  • Qa = Qv
  • Wisselkoers

Slide 7 - Tekstslide

Dit betekent
1 Britse pond = 1,12 euro

Lees altijd goed de assen. 

Slide 8 - Tekstslide

Eerst
1 Britse pond is 1,12 euro
Erna 1 Britse pond is 1,20 euro. 

Wat is er nu met de koers van de pond gebeurd?
Wat is er met de koers van de euro gebeurd?

Slide 9 - Tekstslide

Betalingsbalans

De geldstromen m.b.t. de handel staan op de betalingsbalans.

Ook andere geldstromen van en naar het buitenland (bijvoorbeeld beleggingen) staan op de betalingsbalans.

Slide 10 - Tekstslide

Betalingsbalans
Lopende rekening
  • Goederenrekening
  • Dienstenrekening
  • Primaire inkomensrekening
  • Secundaire inkomensrekening
  • Saldo LR
Kapitaalrekening

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld lopende rekening (LR)

Stel dat de volgende lopende rekening gegeven is:





Op deze lopende rekening is de ontvangstenkant (250 -200 =) 50 groter dan de uitgavenkant. Saldo = 50 = overschot op LR.

Slide 12 - Tekstslide

Kapitaalrekening
Internationale investeringen, leningen en beleggingen. 

Let op het gaat om geldstromen!
Als Philips een fabriek opent in China. Dan staat dat bij de euro op de uitgaven kant. 

Slide 13 - Tekstslide

Saldo betalingsbalans
Materiaal saldo
Betalingen worden gedaan in buitenlandse valuta's. 
Voorraad internationale betaalmiddelen van de ECB neemt af
  • Valutareserve
  • Deviezenreserve
Overschot --> Totale ontvangsten uit het buitenland zijn groter dan de uitgaven aan het buitenland. --> saldo neemt toe. 

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maken H4.8 t/m 4.15
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!


Slide 15 - Tekstslide